Een rustige zondagmiddag in de Sint-Baafsabdij: deel 1
Zo’n kleine twee weken geleden togen wij op een bewolkte zondagnamiddag nog eens naar de Sint-Baafsabdij. Naar de Sint-Baafsabdij, zult u zeggen, die is toch al een hele poos gesloten? U heeft inderdaad gelijk: om besparingsredenen besliste het stadsbestuur enkele jaren geleden om de abdij tijdelijk te sluiten, behalve voor geleide bezoeken.
Maar tijdens een uitzonderlijke opendeurdag vorig jaar raakten de buurtbewoners aan de praat – zo hoort dat op activiteiten waar buurtbewoners samenkomen – en toen bleek dat zij hun groene rustpunt tussen de historische gebouwen toch wel heel hard misten. Er werd gebabbeld en gebrainstormd, er werd overlegd met de stad en er werden vrijwilligers gezocht en gevonden en uit dit alles kwam een uniek initiatief tot stand: sinds april dit jaar houden de buurtbewoners zelf om de veertien dagen op zondagnamiddag de abdij open.
En zo kregen wij een mailtje van vrienden dat zij die zondag “van dienst waren†en zo waren die namiddag ook wij van de partij voor een vernieuwde kennismaking met een van de oudste monumenten van onze stad.
We werden hartelijk verwelkomd, we konden genieten van een stukje zelfgebakken cake en we kregen enkele A4-velletjes met uitleg over de geschiedenis van de abdij en over de gebouwen, handig om in die ruïnes toch een glimp te zien van wat eens in alle glorie is geweest (en een architect bij de hand hebben is natuurlijk het summum, die ziet onmiddellijk waar de sporen van bouwlagen en verbouwingen en zo af te lezen zijn).
Tijdens het lezen voeren we eeuwen en eeuwen terug, tot in de 7de eeuw, de tijd van de Merovingische koningen en van de kerstening van onze gebieden. Reist u even mee in de geschiedenis?
Rond 630 belandde ene Amandus, een zendeling, in de buurt van de samenvloeiing van Leie en Schelde en trof daar een gemeenschap van enige omvang aan, de Pagus Gandensis, beter bekend als Ganda. Met de steun van koning Dagobert I kon hij er gronden kopen en bouwde hij er een houten kerkje, gewijd aan Sint-Petrus. Euh neen, nog niet Sint-Bavo, die komt pas later.
Bavo was een rijke edelman uit Haspengouw die oorspronkelijk Adalwin (of iets gelijkaardigs want ik heb verschillende varianten gevonden) heette, die het in zijn leven nogal bont gemaakt had, na de dood van zijn vrouw tot inkeer kwam, door Amandus bekeerd en gedoopt werd, een van zijn volgelingen werd, zich als kluizenaar in het latere Mendonk vestigde, er vereerd werd en er overleed en wiens gebeente overgebracht werd naar de Sint-Petruskerk. Daar had zich inmiddels een kloostergemeenschap ontwikkeld die in de 9de eeuw een grote bloei kende en geleidelijk aan Sint-Baafs genoemd werd.
Door de invallen van de Noormannen in de 2de helft van de 9de eeuw kwam er een einde aan de bloei en weken de kloosterlingen voor een kleine vijftig jaar uit naar de Franse stad Laôn. Rond 880 was Ganda zelfs de uitvalsbasis van de Noormannen vanwaaruit ze hun plunderingen ondernamen. Toen de kloosterlingen in het begin van de 10de eeuw geleidelijk aan terugkeerden, vonden zij hun abdij grotendeels in puin. Hun bezittingen waren bovendien grotendeels in andere handen overgegaan. Onder impuls van de Vlaamse graaf Arnulf I werd gestart met de heropbouw van de abdij. Ook de goederen werden grotendeels teruggegeven. Omstreeks 950 was de Sint-Baafsabdij herrezen, nu als een benedictijnenabdij, waarna een nieuwe bloeitijd begon: het abdijbezit werd aanzienlijk uitgebreid (verspreid over heel Vlaanderen) en er werd naarstig voortgebouwd.
Tegen het einde van de tiende eeuw begon men met de bouw van de nieuwe abdijkerk, die tegen het einde van de twaalfde eeuw grosso modo afgewerkt was (voor zover een gebouw ooit afgewerkt is natuurlijk, of het nu je eigen huis is of een kerk). De noordelijke zijmuur van de kerk, tegelijk de muur van de zuidelijke pandgang, staat trouwens nog steeds recht. Weliswaar een beetje kaduuk, maar hij houdt het na al die eeuwen nog altijd uit!
De Sint-Baafsabdij kon uitpakken met een indrukwekkende vijfbeukige romaanse abdijkerk, die reeds in 1058 ingewijd was. Het was in die kerk trouwens dat op 20 juni 1369 Margaretha van Male in het huwelijk trad met Filips de Stoute en voor Vlaanderen het welvarende tijdperk van de Bourgondiërs begon. De graven van Vlaanderen verbleven regelmatig in de abdij en bij het begin van de Honderdjarige Oorlog was ook de Engelse koning Edward III er te gast.
Wordt vervolgd…
Literatuur:
- Van Den Kerkhove A. en Baldewijns J., Museum voor Stenen Voorwerpen. Ruïnes van de Sint-Baafsabdij. Gids voor de bezoeker
- Deseijn G., Gids voor Oud Gent
- Ons Erfgoed. Gent van toen en nu. 5. De (on)gelovige stad.
Wie een bezoek wil brengen aan de Sint-Baafsabdij kan er dankzij de Buren van de Abdij om de veertien dagen op zondagÂnamiddag terecht, van 12.30 tot 17 u. en dit nog tot 18 november.
Regelmatig staan er extra activiteiten op het programma.
© 2007 GENTBLOGT VZW
Bedankt van ons hierop attent te maken – ik wist helemaal niet dat de abdij af en toe toegankelijk was. Daar ga ik zeker eens een kijkje gaan nemen.
Ik heb er als kind vaak gespeeld, mijn moeder in haar jonge jaren eveneens. Maar in haar tijd hadden belhamels een goede reden om daar te spelen: er waren toen nog knoken (en schedels) te rapen die toen gebruikt werden om s’nachts met een kaars in en gewikkeld in een wit laken spook te spelen. Voor wie er nog niet geweest is: een aanrader. En als ik nog een tip mag geven: ga eens met een botanicus, er zijn daar enkele zeldzame planten te vinden.
Jammer dat het niet meer permanent open is :-(
Begin de jaren negentig, toen ik als student vlakbij op kot zat, ging ik regelmatig in de tuin gaan studeren: prachtige omgeving, heerlijk rustig, en eigenlijk best inspirerend als je Klassieke Talen studeert :-p
Het is schandalig dat het oudste monument (695) van Gent ontoegankelijk is. Het museum bewaard enkele topstukken. Vooreerst vermelden we de grafsteen van de wereldberoemde schilder Hubert van Eyck (+ Gent 1426), één van de auteurs van het Lam Gods waarmee de stad Gent graag uitpakt. Deze wordt bewaard in de refter. Boven deze grafsteen zijn zowat de oudste schilderingen van België te zien (na Eine & Ename, 12de eeuw). En zo kan ik verder gaan wat de collectie betreft. Ook historisch gezien is deze abdij een unicum. Het was hier dat Karel de Grote (9de eeuw) verbleef toen hij de vloot ten behoede van de Noormannen inspecteerde. Het was hier trouwens dat de koning John of Ghent in 1340 geboren werd.
Architectonisch is het gebouw zeer interessant. Naast Karolingische restanten bemerken we zelfs Romeinse dakpannen. Geografisch is deze plaats zeer belangrijk daar ze ligt aan de samenvloeiing van Schelde en Leie,enz, enz, enz.
Toeristisch gezien kan deze abdij een uitbreiding zijn . Het is zeker een troef. Maar eerst moeten de gebouwen beschermd worden tegen inbraak en diefstal. Hoe kan men het best aanpakken zodanig dat iemand met weinig kennis er toch nog iets aan heeft? Er moet zoals in Ename een groot venster komen, waardoor men de kerk en de abdij ziet in al haar glorie. Op het terrein kan als inkom een snek bouwen. Van de Noormannen heeft men spijtig genoeg niet veel meer. Als je een boegbeeld wil zien uit de Schelde, dan moet je naar British Museum in Londen.