Vergeten schrijvers: Lisbeth Aerens-Verwest (1)

donderdag 1 mei 2008 9u09 | Daniël van Ryssel | reageer
Trefwoorden: , , .

Gentblogt pakt uit met zijn eigen literaire lente die meteen het hele jaar doorloopt. De cirkel is intussen helemaal rond, maar de reeks is lang niet uitgeput.
Daniël van Ryssel, lange tijd redacteur van het tijdschrift Yang, is voor ons in zijn uitgebreide archieven gedoken. Hij heeft een reeks mooie stukjes geschreven over literaire figuren die op de achtergrond zijn geraakt, maar ooit een rol van enige betekenis hebben gespeeld.

Lisbeth Aerens-Verwest is de volgende in een rij vergeten schrijvers die weer voor het voetlicht worden gebracht.

Elise Barbe Verwest is geboren te Gent in 1885 op de Bijlokevest 21. Ze was de dochter van schilder Jean Hippoliet en broer van kunstschilder Jules Benoit Verwest. De familie Verwest, afkomstig uit Goes (NL) vestigde zich met Jacobus in 1805 te Gent (in 1834 spoorloos verdwenen en nooit teruggevonden) en heeft gedurende twee eeuwen met iedere generatie verscheidene schilders en kunstschilders opgeleverd.
Lisbeth, naaister, huwde in 1910 met kunstschilder Robert Aerens (1883-1969). Volgens tijdgenoten en mensen die hem persoonlijk hebben gekend was Robert een gevoelig, buitengewoon hoffelijk en bescheiden man. Moeder Aerens was met het huwelijk van haar zoon blijkbaar niet zo ingenomen, in ieder geval maakte ze opmerkingen over de bescheiden afkomst van Lisbeth en het feit dat zowel Lisbeth als haar broer Jules socialisten waren. Dat heeft het huwelijk niet belemmerd.

Robert Aerens was goed bevriend met Frits Van den Berghe met wie hij zich in 1902 te Sint-Martens-Latem ging vestigen. Hij had er contacten met de Tweede Latemse Groep. Het expressionisme heeft hem echter nooit bekoord. Zijn werk vertoont geen schokkende evolutie en hij is zijn hele leven intimistisch impressionistisch blijven schilderen. Misschien daarom dat hij zoveel interieurs heeft geschilderd. In 1912 vestigde hij zich te Afsnee. Tijdens W.O. I verbleef hij vier jaar in de drassige loopgrachten van het Ijzerfront. Hij was van 1924 tot 1943 leraar aan de Gentse Academie. Vijf jaar na het overlijden van zijn echtgenote Lisbeth Verwest, huwde hij met Hortense Lawase. In 1967-1968 opende Galerij Vyncke-Van Eyck het seizoen met een retrospectieve tentoonstelling van het werk van Robert Aerens.

Lisbeth Aerens-VerwestElise Barbe Verwest, naaister ven beroep, moet een mooie (zie portret ; Johan Daisne noemt haar de mooiste van alle tantes die hij in zijn jeugd heeft gehad), welopgevoede, kunstzinnige en veelzijdige jonge vrouw zijn geweest. Ze ontwierp en naaide zelf jaar jurken, ze schetste, ze aquarelleerde, ze boetseerde, ze las Maeterlinck, Alfred de Musset en tal van andere dichters, ze schreef gedichten. Bovendien was ze, net als haar broer Jules, lid van “Reiner Leven” en verder ook nog van de Socialistische Vrouwenbond en was ze actief als toneelspeelster in de Multatulikring.
Ze was ook lid van De Flinken, een groep intellectuele feministen waarvan Cécile Dangotte (van de bekende interieurzaak in de Brabantdam), de echtgenote van de Frans-Belgische dichter Raymond Limbosch, de voorzitster was. Van die groep maakten o.a. ook deel uit: Augusta De Taeye (echtgenote van Michel Tiery en moeder van Johan Daisne), Mabel Elwes (kunstschilderes ; echtgenote van Georges Sarton), Alice Van Damme (echtgenote van Gerard Ceunis) en nog een vijftiental anderen. Sommigen waren ook aangesloten bij de Socialistische Vrijdenkersbond. Educatie was de sleutel. Verder geraken in het leven een stimulans. Hoger onderwijs voor meisjes een doel. Ze bezochten o.a. ook de tentoonstellingen en voordrachten in Ons Huis en de Cercle Artistique et Littéraire.

In zijn roman Lago Maggiore wijdt Johan Daisne, die via zijn ouders nagenoeg alle Gentse wetenschappers en kunstenaars van die tijd persoonlijk kende en hen allemaal oom en tante noemde, niet minder dan zeven bladzijden (p.40-46) aan Lisbeth Verwest, of Tantelle, zoals hij haar als kind noemde. Mooie, warme en verheerlijkende bladzijden, voor een vrouw waar hij als kind met bewondering naar opkeek.

Haar gedichten, Poèmes en Prose, Gent, L. Van Melle & Fils, s.d. (vermoedelijk 1922), werden postuum uitgegeven. Om ze zelf uit te geven, daar was ze veel te onzeker en te bescheiden voor. De uitgave kwam er door bemiddeling van Gustave Delacroix (Gent 1887 – Brussel 1949). Een rare Pipo. Een aristcratische bohémien, een dichter, uitgever noemde hij zichzelf, steeds een gat in de zak maar met een mooie pochet op de borst… en hij was goed bevriend met Robert Aerens, de familie Lorein en Jules De Bruycker. Hij was gehuwd met Pelagie Françoise Vanhamme, een nicht van Edgard Ceunis, schilder en auteur. Hij is op straat gestorven.

De gedichten van Lisbeth Verwest zijn, net als de schilderijen van haar echtgenoot, intimistische natuurbeschrijvingen en een projectie van haar gevoelens in het licht en de wisselingen van de seizoenen. Je zou ze bijna minimalistisch kunnen noemen. Ze heeft geen meesterstukken geschreven, maar het werk van deze eenzame, gereserveerde en kunstzinnige vrouw dient toch in ere te worden gehouden.
Nog terwijl haar echtgenoot Robert als soldaat aan het front verbleef is Lisbeth Verwest ziek geworden. Ze hoestte bloed op en diende in een sanatorium opgenomen te worden. Ze overleed te Afsnee op 2 december 1921. Ze werd te Afsnee begraven.

© 2008 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.