Gent over morgen: de rondleiding Sint-Pieters

woensdag 4 maart 2009 10u45 | patricia | 5 reacties
Trefwoorden: , , .

Gent Over MorgenZijn er betere manieren om een eerste lentezondag door te komen dan met een wandeling door de buurt? We lieten Kuurne-Brussel-Kuurne voor wat het was en gingen op stap met Gent over Morgen. Nog maar eens een rondleiding door de stationsbuurt, maar kan een mens ooit te veel te weten komen over zijn buurt. Nathalie van Vizit heeft me hoe dan ook weer heel wat bijgeleerd. Het verleden biedt in elk geval heel wat inspiratie voor de toekomst, wat toch de bedoeling van de rondleiding is: wat willen we in Gent in 2020?

De wijk rond het station heette vroeger Sint-Pieters-Aalst en is van relatief recente datum. De wijk lag buiten de stadsmuren en men kweekte er groenten om in de stad te verkopen. Terwijl de fabriekseigenaars arbeiderswoningen lieten optrekken in de wijken Rabot en Brugse Poort in het noorden van Gent, kozen ze zelf voor het zuiden van de stad om hun woning op te trekken. Dit verklaart de mooie statige gebouwen, maar uit de Kansarmoedeatlas blijkt ook dat de Kortrijksesteenweg heel wat oude arbeiderswoningen kent.

Het station Gent-Sint-Pieters werd gebouwd omdat het Zuidstation te klein geworden was. Men wou meer reizigers aantrekken. Bovendien vreesde men dat die treinen niet zo gezond waren, de vervuiling en zo. Nimby, iemand? Natuurlijk had men op dat moment de luxe om een grote vrije oppervlakte te hebben waar men een station kon inplanten. Momenteel heeft men dezelfde problemen, het station Gent-Sint-Pieters krijgt elke dag heel veel reizigers over de vloer. NMBS wil het aantal reizigers nog optrekken, alleen is de infrastructuur verouderd. Project Gent-Pieters is het antwoord op de nieuwe uitdaging. We konden een dvd’tje gaan zien in het infopunt en zoals steeds lokt dit de nodige reacties uit. Het is allemaal moeilijk te bevatten, die gebouwen aan de Fabiolalaan, het verkeersknooppunt, de ondergrondse parking,… Er wordt gegoocheld met cijfertjes, maar hoe het er allemaal gaat uitzien?

Daarna trokken wij naar het Citadelpark. We durven het wel eens vergeten maar het Citadelpark is een groene long vlakbij het centrum. Het dankt zijn naam aan de citadel die er gebouwd werd om de veroveringsdrang van het Franse leger na Napoleon tegen te houden. De citadel maakte deel uit van de Wellingtonbarrière maar heeft in feite nooit dienst gedaan als verdedigingspost. Er waren wel zo’n 6000 soldaten gelegerd. Onder impuls van burgemeester Charles de Kerchove werd ten slotte een park aangelegd in Engelse landschapsstijl, met vele hoekjes zodat je bijna kan verdwalen op je ontdekkingstocht. Misschien ook één van de redenen van de slechte reputatie? Maar is dat wel terecht? De scouts komen er ravotten, de buurtbewoners houden er met midzomernacht een vertelfestival, … Alleen als het donker wordt … Misschien kan er iets aangevangen worden met de muziekkiosk? Of het amfitheater? De infrastructuur is er toch al aanwezig.

WijkSint-Pieters
(Collectie Liberaal Archief vzw)

Natuurlijk stopten we ook aan het Floraliënpaleis, één van de overblijfsels van de wereldtentoonstelling. Toevallig konden we binnen kijken in één van de serres, ik denk de koudserre. De ruimte staat momenteel leeg. Het SMAK ziet er wel een uitbreiding van de stockageruimte in, het ICC denkt aan een restaurant, het stadsbestuur wil tegen 2013 een beslissing nemen, het jubileumjaar van de wereldtentoonstelling. Nog een hele tijd vonden wij. Bovendien is het misschien een idee om er opnieuw een feestpaleis van te maken? De oppervlakte is enorm, dus is er wel ruimte voor meerdere ideeën lijkt me. Het gebouw heeft best wel iets met de stalen constructies en glazen partijen. Het deed me een beetje denken aan die Spaanse mercado’s, maar misschien droom ik te veel en zijn er wel praktische bezwaren om hier kraampjes in onder te brengen.

Nog zo een droom lijkt het Museumplein wel. Is er nu geld of niet? De gids wist het ook allemaal niet goed meer. De terrasjes aan het MSK stonden niet enkel leeg omwille van de enkele regendruppels, het is nu eenmaal geen pretje om op voorbijrijdende auto’s te zitten kijken. Nochtans doet Stad Gent heel wat inspanningen met de museumpas en de museumtram. Al kan het soms wat ver stappen zijn van een halte van Lijn 1. Uiteraard is Gent meer dan het middeleeuwse centrum en als we dat ook wat onder de aandacht van toeristen kunnen brengen, blijft het centrum misschien een stukje leefbaarder tijdens topdagen?

Uiteraard moesten we voorbij het Moorken passeren. We staken over aan de verkeerslichten en liepen de Kunstlaan in. Hier en daar werd al van alles geopperd om er een soort Ramblas van te maken en zo een gezellige verbindingslaan met het Sint-Pietersplein te maken. Momenteel is er weinig van te merken, de mooie huizen die hier en daar tussen de betonnen blokken staan, vielen me opnieuw op. Laten we hopen dat ze niet allemaal door studenten uitgeleefd worden.

De wijk wordt een beetje ingepalmd door de Leopoldskazerne. Volgens de gids was dit één van de vrolijkste kazernes van het land, het wordt tijd dat ik mijn grootvader toch eens uitvraag over die periode toen hij er rondliep. Momenteel huist enkel de medische dienst er, maar het blijft lastig om op het binnenplein binnen te geraken. Een deel van de ruimtes wordt verhuurd als repetitieruimte of atelier, onder meer door Nucleo. Een andere vleugel staat gewoon leeg en eigenlijk een beetje te verkommeren, zoals de nadars die ervoor stonden, aangaven. Hier moet toch iets mee te doen zijn?

WijkSint-Pieters
(Collectie Liberaal Archief vzw)

Een mens zou het wel eens durven vergeten, maar op de Kattenberg staan verschillende watertorens, omdat dit de hoogste plek van Gent is. Ik kon het ook niet echt geloven, maar ze zullen wel weten wat ze doen. Het water komt uit Dinant via Brussel naar de watertorens. In het weekend wordt er 6,5 miljoen liter water opgeslagen voor het geval er brand zou uitbreken. Het water wordt in Gent-Centrum verdeeld. In de buurt van het station krijgen we gemengd water, zowel uit Dinant als uit de eigen winning, waardoor het water meer kalk bevat. Vanuit de toren hadden we een fantastisch zicht over Gent. En laat niemand u vertellen dat Gent geen hoogbouw heeft. Van daar op de toren zag ik toch verschillende hoge gebouwen…

Stad Gent zorgde nog voor een warme koffie of een lekker wijntje, een hoop postkaarten en balpennen om onze ideeën voor de buurt, en bij uitbreiding voor heel Gent, te noteren. Als u er niet bij was, kan u nog steeds uw ei kwijt via de postkaart die u in de bus vond, via Gentinfo (09/210.10.10, via gentovermorgen@gent.be, via de commentaren op Gentblogt of Youtube/Facebook/ea. Op 27 maart is er een bijzondere voorstelling met aansluitend dansfeest in de Vooruit. Allemaal gratis, maar vergeet uw ticket niet te bestellen via Gentinfo.

© 2009 GENTBLOGT VZW

5 reacties »

  1. Reactie van jero

    en zo leren we weer wat bij, dat amphitheater van het citadelpark altijd afgevraagd welken idioot dit ongebruikt zo ontworpen heeft…
    maar ‘theeft iets zo’n stijlbreuk met de rest van de omgeving ;-)

    • Reactie van patricia

      Het citadelpark moet vroeger een boeiend park geweest zijn, nu waarschijnlijk ook nog maar voor andere dingen. Het was in elk geval visionair van het stadsbestuur om een groene long aan te leggen waar de Gentenaars hun vrije tijd (wat nieuw was in die tijd) op een gezonde manier konden doorbrengen en ook nog iets konden opsteken (aquariums in de mysterieuze grot, muziek,..).

  2. Reactie van Jean Marie DE WULF

    In de veertiger en vijftiger jaren was “het groot park” zeer druk bezocht door de Gentenaars, zeker op zondag. We gingen daar op expeditie, met onze ouders, waar we in het begin met schone klederen, maar naar de avond wat meer “verslenst” mochten spelen. Ons laatste spel van de dag was in dat “théatre de verdure” van de bovenste naar het podium af te lopen, om het vlugst natuurlijk, tot iemand met geschonden knieën bij de ouders om troost ging.

  3. Reactie van Jean Marie DE WULF

    Dat is veranderd op het moment dat meer mensen een auto konden kopen. Mijn vader kocht zijn eerste auto in 1955: en Citroën Normale “traction” avant in occasie. de benzine was goedkoop, de zondag werd er systematisch naar de zee, de Ardennen of “den Buiten” gereden. Het spelen en wandelen gebeurden dus op het strand of de dijk of in de bossen. Onze parken werden niet meer zo aantrekkelijk. De stad had minder neiging om het park te verzorgen. In het begin van de zestiger jaren maakten een bende jongeren, nozems “the black cats” de plaats onveilig, en zo ging het verder….