Lacrosse in Gent: de Ghent Goblins
Wist u dat Gent al sinds augustus 2009 een lacrosseteam heeft? Weet u eigenlijk wat lacrosse is? Leest u graag Gentblogt? Met een specifieke voorkeur voor interviews? Dan heeft u geluk!
Gentblogt: Hallo Ghent Goblins! Een kleine enquete bij mijn collega’s leert mij dat niet veel mensen weten wat lacrosse is. Eén was zelfs overtuigd dat het op cricket leek. Als jullie uitgelachen zijn, kunnen jullie kort vertellen wat het dan wel is?
Tom Rasquin (PR): Veel mensen hebben wel al gehoord van de sport, maar kunnen het moeilijk plaatsen. Het meest herkenbare attribuut van de lacrossespeler is zijn stick. Dit is een stok met aan het uiteinde een netje, waarmee de bal kan opgevangen, gedragen en weggeschoten worden. Bij een wedstrijd spelen er twee teams van elk tien spelers (met elk een doelman) tegen elkaar. Het is uiteindelijk de bedoeling om de bal met behulp van de stick in het doel van de tegenstander te schieten. De bal kan gestolen worden van een andere speler door middel van bodychecks en stickchecks, wat lacrosse een full-contactsport maakt. Snelheid en techniek zijn dus een must om deze checks te kunnen ontwijken.
GB: En hoe zijn jullie ertoe gekomen om deze sport te beoefenen? Naar een Amerikaanse film gekeken en plots ook zin gekregen?
Jan Van Cauwenberge (voorzitter): Ik was op zoek naar een nieuwe sport, liefst een teamsport. Ik studeerde Sportmanagement en had het geluk om daar over alle mogelijke sporten iets te leren. Toen ik over lacrosse hoorde, wist ik: “dit wil ik doenâ€. Jammer genoeg was er toen nog geen enkele club in België en liet ik het idee wat varen. Ik vermeldde mijn contactgegevens wel bij de Europese Federatie. Toen een anderhalf jaar geleden in Rijmenam de eerste lacrosseclub (Red Rhinos) werd opgericht, werd ik gecontacteerd of ik nog zin had om te spelen. Ik heb meteen ja gezegd en sindsdien ben ik verslaafd. Zes maanden later hebben we in Gent onze eigen club opgericht en dat was het begin van de Ghent Goblins.
TR: Ik zocht ook een nieuwe sport om te beoefenen, één die niet in het klassieke Belgische sportlandschap paste. Via Eurosport ben ik toevallig op een lacrossewedstrijd terechtgekomen. De snelheid en fysieke intensiteit van lacrosse wist mij direct te boeien en ik was meteen verkocht. Na wat opzoekwerk op het internet ben ik zo bij de Red Rhinos terechtgekomen. Enkele weken later heb ik dan samen met Jan en nog enkele anderen de club in Gent opgestart.
GB: Als ik het goed begrijp, zijn er slechts vier clubs in België, ik neem aan dat er dus regelmatig onderlinge duels op het programma staan. Maar hoe wordt bepaald wie de beste ploeg is, werken jullie ook met een kampioenschap?
JVC: Anderhalf jaar geleden werd de eerste club opgericht. Op dit moment wordt reeds een vijfde ploeg opgericht. Uiteraard zijn er veel onderlinge duels geweest. De Red Rhinos en de Ghent Goblins hebben reeds een grote rivaliteit opgebouwd. De eerste confrontaties kwamen er een jaar geleden toen we in een officieuze Belgian Cup met een heen-en terugmatch bepaalden wie er de beste ploeg was. Uiteraard was dat de Red Rhinos, die beide matchen vrij gemakkelijk konden winnen.
In de lente van dit jaar speelden we beide mee in de Nederlandse divisie 3. Ook daar wonnen de Rhinos de twee confrontaties, maar de kloof was reeds veel kleiner geworden. In een oefenmatch in september verloren we slechts met 4-5 op hun veld. We hebben dus vertrouwen gekregen dat we ze binnenkort kunnen kloppen. Die kans komt er misschien al deze herfst. Want op 9 oktober 2010 is de Stone-IS Lacrosse Cup van start gegaan, ook wel de Beker van België 2010 genoemd. Daar strijden de vier Belgische teams samen met het Franse Lille voor de eindzege over acht speeldagen.
TR: Daarnaast doen we ook af en toe mee aan internationale tornooien, aangezien lacrosse al veel sterker uitgebouwd is in bijvoorbeeld Nederland en Duitsland. Het is altijd enorm leuk om ervaringen uit te wisselen en te zien hoe spelers uit andere landen de sport benaderen. Dat sterk internationaal karakter van de sport maakt het ook iets unieks.
GB: Hoe verloopt het scoren in een wedstrijd? Neigen de scores meer naar voetbaluitslagen of lopen de punten snel op, zoals in basketbal?
JVC: Voetbalscores zijn mogelijk, maar vaker vallen er een pak meer goals. Double digits zijn absoluut geen uitzondering. Dit is ook leuker voor het publiek uiteraard. Tijdens een match van 4×20 minuten krijgen ze heel vaak meer dan tien goals te zien.
GB: Rugbyfans vinden het uitermate grappig om American Footballspelers te zien rondlopen met een harnas en helm terwijl dit bij rugby niet het geval is. Hoe zit het bij jullie, is al die extra bescherming echt nodig?
JVC: Die bescherming is absoluut nodig. Maar in de eerste plaats om de spelers te beschermen tegen de bal. Het is een harde rubberen bal ter grootte van een baseball, die meer dan 100 km/u gaat. Een goede aanvaller kan zelfs 150 km/u halen met een schot. Spelers die zo een bal tegen hun been of in hun buik krijgen, weten waarom ze een helm en ook een cup dragen. De bescherming dient ook om de slagen van de stick op te vangen (de stickchecks). Het is toegelaten om met de stick op de handen te slaan, en men mag ook het bovenlichaam en de armen (voor zover het volgens de regels is) raken. Een slag, al dan niet per ongeluk, tegen het hoofd, is snel gebeurd. Op de laatste plaats is de bescherming er ook om bodychecks op te vangen.
TR: De bescherming wordt dan ook tot een absoluut minimum beperkt voor de meeste spelers. Veel spelers verkiezen immers mobiliteit boven bescherming en dragen enkel bescherming op de meest kritieke plaatsen. Het is dus niet de bedoeling om volledig ingepakt op het veld te staan, enkel de meest noodzakelijke bescherming wordt gedragen.
GB: Wat zijn de belangrijkste fysieke voorwaarden om lid te mogen worden? Een hoge pijngrens of gewoon goed kunnen vangen en snel kunnen lopen?
JVC: Uiteraard moet je fysiek in orde zijn om deze sport te spelen. Maar welke lichaamsbouw je ook hebt, je kan wel een plaats op het veld vinden waar je je nut kan bewijzen. In de verdediging hebben we grote sterke spelers, die hun gewicht kunnen gebruiken om de aanvallers van de tegenstander tegen te houden. Op het middenveld hebben we de mannen met snelheid en explosiviteit in de benen, zij moeten immers de hele tijd van verdediging naar aanval lopen en vice versa. Om een middenvelder te zijn, heb je dus een uitstekende conditie nodig. Aanvallers moeten vooral lenig en vinnig zijn om tussen de verdediging een weg naar doel te vinden.
De techniek om de stick onder controle te krijgen zonder de bal te verliezen, is vrij uniek en vergt veel oefening. De kwaliteit van passen, vangen en de bal bijhouden, maakt het verschil tussen een goede en minder goede speler en blijft de belangrijkste vaardigheid in de sport.
TR: Dat is dan ook het grote verschil met vele andere full-contactsporten. Bij lacrosse wordt het fysiek contact slechts in beperkte mate gebruikt en primeert nog altijd de techniek en snelheid.
GB: Stel, onze viriele mannelijke lezers krijgen ook zin om het eens te proberen, waar kunnen ze dan terecht?
JVC: Wij trainen wekelijks op donderdagavond van 18u15 tot 20u in het RUSS stadion, Noorderlaan 10 in Gent. Voor alle informatie kan men terecht op http://ghentgoblins.be.
Ik wil ook benadrukken dat ook meisjes zeer welkom zijn op onze training. We zijn op dit moment bezig met de oprichting van een vrouwenteam. Dat gaat jammer genoeg niet van een leien dakje, het is niet evident meisjes te overtuigen. Nochtans is het ook voor meisjes een boeiende en leuke sport. Bij meisjes is er trouwens geen fysiek contact en draait het bijna uitsluitend om techniek.
GB: Tot slot, hoe was de openingsmatch op zaterdag tegen de Buggenhout Brewers?
TR: Zoals verwacht hebben we deze match overtuigend gewonnen (14-2). De Brewers zijn dan ook het nieuwste team en staan nu waar wij een jaar geleden nog stonden. Veel van onze spelers hebben nu het doel kunnen vinden en zijn nu klaar voor de volgende matchen van de beker. We hebben hoge ambities en zullen proberen die waar te maken tegen onze volgende tegenstanders.
© 2010 GENTBLOGT VZW