Waar?

zondag 26 oktober 2014 5u39 | Arthur De Decker | 6 reacties
Trefwoorden: .

gent

Heeft u ook een foto voor deze rubriek? Mailen mag naar fotoredactie@gentblogt.be of u kunt uw foto ook kwijt op onze flickr-groep.

» Meer foto's in het foto van de dag-archief.

© 2014 GENTBLOGT VZW

6 reacties »

  1. Reactie van yves

    Google stuurt ons naar de Vismijn in Oostende, ontwerp van een Gentse architect. Of toch in Gent?

    • Reactie van Jimmy

      Yup, kwam op het zelfde…. Maar wou niet toegeven dat ik het gegoogled had… ;-)

  2. Reactie van Roland

    Oud en versleten

  3. Reactie van Arthur De Decker

    De Edw. Anseelekaai is inderdaad terug te vinden in Oostende en meer bepaald langs de vismijn-site op de Oosteroever van de havengeul aan de Vuurtorenwijk. Het is gelegen naast de voormalige sprotmijn (sedert 1971 Eurohal), een typerend rond gebouwtje (links op de foto) onder een koperen koepel met het monument “Eurovis”. Deze kaai werd inderdaad geheten naar de Gentse socialistische voorman Edward Anseele (1856-1938) waarover reeds eerder werd geschreven op GentBlogt:http://www.gentblogt.be/2006/11/30/eedje-anseele-op-en-neergang-van-een-gentse-mythe-2
    Waarom die kaai naar deze Gentenaar werd genoemd? Vermoedelijk omdat hij in juni 1921 als minister het lastenboek goedkeurde voor het graven van een nieuw visserijdok op de Oosteroever daar. De vismijn zelf werd plechtig ingehuldigd in 1934. Het was toen een modern complex met lange overdekte verkoophallen en een loskade, de Edward Anseelekaai, die plaats bood aan meerdere vaartuigen. De Oostendse vissersvloot telde toen 270 eenheden met een jaaromzet van ca. 20 duizend ton verse vis. De vismijn werd in mei 1940 zwaar beschadigd door Duitse luchtbombardementen en na de oorlog, in 1949-1951, heropgebouwd naar ontwerp van ingenieurarchitect A. Isaäcson in Nieuwe Zakelijke Stijl.
    Dat deze Gentse socialist in Oostende zijn naam gaf aan een kaai is niet los te zien van het feit dat dezelfde Edward Anseele daar tijdens de vissersopstand in 1887 stooibriefjes liet uitdelen waarin hij de vissers opriep om coöperatieven te starten naar het voorbeeld van de succesvolle Gentse coöperatieve bakkerijen, weverijen, bouwondernemingen, sigarenfabrieken e.a. Na WOI stelde de Bank van de Arbeid en enkele socialistische coöperatieven en vakbonden uit Antwerpen, Gent en Oostende kapitaal ter beschikking waarmee in 1920 twee werkloze Engelse marine kustvaartuigen werden aangekocht en volledig uitgerust voor de visvangst. De Engelse namen van de schepen werden veranderd in “Edmond van Beveren”(Gentse socialist) en “Theofiel Massart”(oprichter coöperatieve te Jolimont). De socialistische “N.V. Oostendsche Reederij” werd opgericht in 1921 met Gent als maatschappelijke zetel en kantoren op de Vrijdagmarkt. Het werd gauw “de Rode Vloot” genoemd. De rederij werd een van de allergrootste uit de Belgische visserijgeschiedenis. In 1922 telde de Rode Vloot reeds 7 schepen. De 5 aanwinsten waren de stoomschepen “Edward Anseele”, “Filip Coenen”, “Cesar De Paepe”, “Emile Vandervelde” en “Jan Volders”. In 1926 telde de rederij 20 schepen en stelde 300 vissers te werk. Gedurende 30 jaar dat de rederij heeft bestaan, zijn er 82 schippers geweest die de schepen hebben gevoerd. De Rode Vloot verzekerde als eerste maatschappij haar bemanning tegen arbeidsrisico’s, zorgde voor een voortgezette opleiding van de bemanning, paste de lonen aan de index aan en rustte haar schepen uit met draadloze telegrafie. Toen de dokwerkers in Oostende staakten, kocht de rederij de eigen vis op om ze aan de stakers uit te delen.
    Alles loopt goed tot de crisis van de jaren ’30 uitbreekt, die ook de visserij treft. Er werden door de beheerders van de rode rederij allerhande nevenactiviteiten ontwikkeld zoals een ijsfabriek, handel in visnetten en verwerking van visafval. Bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog vertrekt de rode vloot naar Groot-Brittanië waar een deel ervan wordt ingezet voor de kustverdediging. Na de WO II blijkt de socialistische geest uit de rederij verdwenen. Deze rederij gaat in duistere omstandigheden ter ziele in de jaren ’50.
    In Oostende kreeg Anseele dus een kaai naar hem genoemd. In Gent hebben we een Edward Anseeleplein en zijn monument aan het Frankrijkplein. In Astene bestond er een Home Edouard Anseele. Verder kregen ook elders straten zijn naam, bijvoorbeeld in Moeskroen, La Louvière, Quaregnon en zelfs Roubaix.

  4. Reactie van Ernest

    En je weet wat de Gentenaars zeggen over het standbeeld van Edward Anseele ” Hij staat met zijn gat naar de Vooruit en wijst met zijn hand naar de Capitool ( kapitaal )” . De Gentenaars kunnen het niet laten van met alles te spotten . Wijs toch :)

  5. Reactie van jos tavernier

    Ik verdenk Arthur er van speciaal deze foto te hebben ingestuurd om een stukje kwijt te raken dat nog ergens in zijn lade lag, maar we hebben er toch weer wat van opgestoken, blijven voortdoen Arthur.