Albert Sugg en de Belle Epoque in Gent: Série 1 (87) Schone kunsten in het MSK

vrijdag 16 januari 2015 8u58 | Arthur De Decker (tekst), Jos Tavernier (beeld) | 8 reacties
Trefwoorden: , , .

In deel 84 toonden we reeds enkele postkaarten uit de serie 1 van Albert Sugg die de buitenkant van het Museum voor Schone Kunsten in het Citadelpark als onderwerp hadden. Deze week is het de beurt aan deze postkaarten die ons het interieur tonen. Zoals u dat ondertussen van hem gewend bent bezocht Jos Tavernier deze locaties nu en maakte er in de mate van het mogelijke foto’s van.

Serie 1 nr. 303 Het museum voor Schone Kunsten III. Halfrond van de beeldhouwkunst

Serie 1 nr. 303 Het museum voor Schone Kunsten III. Halfrond van de beeldhouwkunst

Het Museum voor Schone Kunsten in het Citadelpark werd in 1898 ontworpen door stadsarchitect Charles Van Rysselberghe. Hij opteerde voor een klassieke tempel met slechts één bouwlaag als expositieruimte boven een kelderverdieping. Hij koos voor een grondplan in kruisvorm. Aan de hoofdingang was er een grote tentoonstellingshal, geflankeerd door twee identieke vleugels met telkens 8 tentoonstellingsruimten. Aan de zijde van de Hofbouwlaan ontwierp hij een hemicyclus voor het exposeren van monumentaal beeldhouwwerk. Het is deze halfronde zaal die staat afgebeeld op bovenstaande Suggkaart. Rond deze zaal bevinden zich 8 kleinere concentrische zalen. Een ingenieuze oplossing was het plaatsen van de doorgangen in de hoeken van de zalen in de vorm van overkoepelende rotondes (zie verder). Deze portalen werden bij de renovatie na de Tweede Wereldoorlog dichtgemaakt en vervangen door één grote en twee kleine doorgangen in elke zijmuur vande centrale erezaal.

Het museum werd officieel geopend in 1902.

Rechts kwam, nadat deze foto werd genomen, het grote gipsreliëf De menselijke Driften van Jef Lambeaux (1852-1908). Deze monumentale sculptuur (6,10 x 11 m) werd na 1905 in de toen bijgebouwde noordelijke hemicyclus geïntegreerd, en staat daar nu nog. Dit hoogreliëf is één van de bekendste getuigenissen van de Belgische monumentale beeldhouwkunst aan het einde van de 19de eeuw. De versie in het museum is een afgietsel van de marmeren versie in het tempietto van Victor Horta in het Brusselse Jubelpark, dat enkele dagen na de opening op 1 oktober 1899 voor het publiek gesloten werd. Lambeaux’ reliëf toont de mensheid die onder de medelijdende blikken van de Christusfiguur gedomineerd wordt door de Dood. Deze Gentse gipsversiering werd in 2011 gerestaureerd. Zie historiek.net, rmp.be en Focus Knack.

Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog bracht het Duitse leger een afdeling van zijn farmaceutische dienst onder in het museum. In 1916-1917 raakte de glazen bedaking van het museum beschadigd en het duurde tot 1920 vooraleer de oorlogsschade was hersteld.

Tijdens de tweede wereldoorlog werd het museumgebouw herhaaldelijk getroffen door obussen. Gelukkig waren toen de meest waardevolle kunstwerken in mei 1940 naar het kasteel van Pau, in Zuid Frankrijk, onder gebracht. De renovatie van het zwaar beschadigde gebouw duurde tot 1951.

303

Op 26 mei 2007 heropende het museum zijn deuren nadat het gedurende 4 jaren gesloten was voor grondige renovatie uitgevoerd door G+D Studiegroep Bontinck. Kostprijs: 17 miljoen €. Zie:https://www.bontinck.biz/nl/projects/restauratie/2000-msk

Vloeren, wanden en daklichten werden vervangen maar er werden geen nieuwe ruimten gecreëerd of bijgebouwd- op de overdekking van twee binnenkoeren na.

Op deze en volgende recente foto’s van Jos Tavernier is het resultaat te zien: een levendig en fris geheel.

Het MSK telde in 2013 92.361 bezoekers, in 2014 waren er dat 77.384, of dus een daling met 16%. Zie: https://www.mskgent.be/nl/info/openingsuren-sfs/openingsuren

Serie 1 nr. 304 Het Museum voor Schone Kunsten IV. Zaal nr 1.

Serie 1 nr. 304 Het Museum voor Schone Kunsten IV. Zaal nr 1.

Deze suggkaart werd verstuurd in 1905. We zien zaal 1 van het museum met in het midden een voor die tijd typische radiator die de zaalinrichting bleef hinderen tot de definitieve renovatie van 2003-2007.

Van links naar rechts zijn zeven olieverfschilderijen te zien waarvan ik er zes in de Catalogus Schilderkunst I 14de-18de eeuw van het MSK (2007) heb teruggevonden met de volgende beschrijving:

  1. inv. 1881-A :Nicolaas Liemaker (1601-1644), Het visioen van de heilige Hyacinthus van Polen, 314 x 193 cm. Herkomst: kerk van het dominicaner klooster, Gent.(Hier enkel de rechter helft te zien).
  2. inv. S-75: Theodoor Rombouts (1597-1637), Allegorie van het Schepengerecht van Gedele in Gent, 1627-1628, 435 x 382 cm, herkomst: opdracht van het Schepencollege van Gedele, 1627; schoorsteen in de Gerechtszaal van Gedele, stadhuis Gent, 1628; langdurige bruikleen van de Dienst Monumentenzorg, Gent.
  3. inv. 1883-A: Nicolaas Liemaker, De Kroning van Maria, 324 x 241 cm, herkomst: abdijkerk van de Groene Briel, Gent.
  4. niet gevonden in catalogus. Niet meer aanwezig in MSK?
  5. inv. S-21, Gaspar de Crayer (1584-1669), Maria dicteert de Bulla Sabbatina aan paus Johannes XXII, ca. 1638/1648, 250 x 195, herkomst: klooster van de geschoeide karmelieten, Gent, pendant: inv.S -23.
  6. inv. S-19, Gaspar de Crayer, De marteling van de heilige Blasius,1668, 324 x 206, 324 x 205, cm, herkomst: kerk van het domicaner klooster, Gent.
  7. inv 1882-B, Gaspar de Crayer, Maria met kind aanbeden door verschillende heiligen, ca. 1641/1643, 281 x 196 cm, herkomst: kerk van het Groot Begijnhof Sint-Elisabeth, Gent; overbrenging van het Groot Begijnhof naar Sint-Amandsberg, Gent, 1874; verzameling De Clercq, Gent, opgeëist door de stad Gent, 1886.

304 montage

Zoals te zien op deze collage van actuele foto’s van diverse zalen gemaakt door Jos Tavernier, werd ter gelegenheid van de renovatie nieuw meubilair ontworpen: houten sokkels, stalen vitrines, zitbanken en houders voor de zaalteksten. Voor de volledige vaste collectie werden nieuwe labels geschreven. Naast elk werk hangen viertalige labels en uitleg in het Nederlands. De vertaling van deze uitleg in het Engels, het Frans en het Duits vindt de bezoeker in geplastificeerde zaalteksten beschikbaar in elke zaal.

Serie 1 nr. 319 Museum voor Schone Kunsten V. Gustaaf Vanaise 1854-1902 Pieter de Kluizenaar predikt de kruistocht

Serie 1 nr. 319 Museum voor Schone Kunsten V. Gustaaf Vanaise 1854-1902 Pieter de Kluizenaar predikt de kruistocht

Deze postkaart werd verstuurd in 1905. Het is de zwart/wit afbeelding van een reusachtige olieverfschilderij op doek, een werk van Gustaaf Vanaise (1854-1902). Deze Gentse kunstschilder was de zoon van een bakker-pâtissier. In zijn peutertijd liet de kinderoppas hem vallen met als gevolg dat hij een blijvende afwijking van de ruggegraat had die er zou voor zorgen dat hij klein en mismaakt bleef. Hij volgde les in de academie bij Theodoor Canneel. Hij kreeg een beurs en ging naar Parijs waar hij (de voornoemde) Jef Lambeaux leerde kennen en met hem terugkeerde naar Brussel waar hij in hetzelfde atelier ging werken. Lambeaux krijgt zoveel bestellingen dat dit atelier te klein wordt voor twee kunstenaars. Vanaise keert even terug naar Gent waar hij eindelijk succes kent. Dan laat hij een immens atelier bouwen in Brussel. Het is misschien omdat hij zelf zo klein is dat hij heel zijn leven geobsedeerd werd door het grote. Getuige: de afmetingen van het doek “Pieter de Heremiet predikt de Kruistocht” dat 4,61m op 6,74 m meet, alsook de volgende suggkaart met de afbeelding van een nog groter doek: 4,98 m op 8,54 m!.

Het schilderij van Pieter de Heremiet, ook de Kluizenaar geheten, werd door Alphonse en Jules Vanaise, de broers van de kunstenaar, in 1903 in langdurige bruikleen  gegeven van het museum. Dit werd in 1922 omgezet in een schenking.

Peter de Kluizenaar (1050 – 1115) was een belangrijk persoon in de Eerste Kruistocht en vooral de Volkskruistocht. Voordat hij monnik werd, was hij een lagere edelman, een vazal van de vader van Godfried van Bouillon. Daarna zou hij als kluizenaar in een bos in het bisdom Amiens geleefd hebben. Hij zou op bedevaart naar het Heilig Land zijn geweest en daar visioen gekregen dat hem opdroeg de paus aan te sporen om een oproep te doen om Jeruzalem te heroveren. Daarna werd hij volksprediker, wat dus levensgroot werd geschilderd door Vanaise.

In november 1095 deed paus Urbanus II een oproep om Jeruzalem te bevrijden. Daarna trokken vele volkspredikers rond om de oproep van de paus te verspreiden, daarbij de woorden van Urbanus II herhalend: Deus lo Volt! (God wil het!). Peter de Kluizenaar was één van hen, zij het één met veel uitstraling. In Normandië had Peter van de Joodse gemeenschap een aanbevelingsbrief gekregen voor ondersteuning van zijn tocht. In 1096 vertrok hij met zijn pelgrimsleger uit Keulen. Dit zou later de Volkskruistocht genoemd worden. Onderweg sloten nog meer edelen zich aan. Doch wat later liep het mis. Peter de Kluizenaar had zijn manschappen niet meer onder controle en een aantal onder hen plunderde Semlin (in het huidige Servië). Zij verkrachtten vrouwen en stichtten brand. Na overleg met afgezanten van de Byzantijnse keizer mochten zij verder trekken op voorwaarde dat ze in geen enkele stad langer dan drie dagen hun kamp zouden opslaan.

Op 1 augustus 1096 bereikte Peter de Kruisvaarder samen met zijn pelgrimsleger Constantinopel. Hij vervoegde zich daar bij de troepen van Walter Zonder Have. Peter had er 3 maanden en 10 dagen over gedaan om van Keulen naar Constantinopel te trekken. Het aantal pelgrims werd op dat moment geschat op 20 à 25.000, hieronder mogelijk een 500-tal ridders. Op 5 augustus 1096 zette de keizerlijke vloot het pelgrimsleger over de Bosporus. De omgeving werd daar geplunderd. De eenheid in het pelgrimsleger was zoek en verschillende groepen begingen afzonderlijk rooftochten en gruweldaden in afwachting van de komst van het eigenlijke ridderleger van de eerste kruistocht.

In het voorjaar van 1097 arriveerden de ridderlegers en vervoegde Peter de Kluizenaar zich bij hen. Uiteindelijk bereikte Peter de Kluizenaar Jeruzalem, waar hij in 1099 deelnam aan de inname ervan.

Rijk beladen met relieken keerde hij terug naar het Westen. Na zijn terugkeer stichtte hij het klooster van Neufmoustier bij Hoei. Daar overleed hij in 1115 als prior.

Waren die middeleeuwse kruitochten een katholieke versie van wat de terroristische I.S. nu doet in het Midden-Oosten in naam van de Islam?

Serie 1 nr. 320 Museum voor Schone Kunsten VI. Gustave Van Aise 1854-1902. De verheerlijking van Jacob Van Artevelde

Serie 1 nr. 320 Museum voor Schone Kunsten VI. Gustave Van Aise 1854-1902. De verheerlijking van Jacob Van Artevelde

Over dit olieverfschilderij schreef Dietsche Warande in 1892: “Ongezocht staat men te Gent stil bij Van Aise’s Artevelde – in vele opzichten een meesterwerk. De voortreffelijkheden en de zwakheden van dit grootsche werk zijn reeds zoo algemeen besproken, dat wij hen niet opnieuw in het licht behoeven te stellen. Als hulde aan den kunstenaar geven wij hier het afbeeldsel van zijne schilderij.” Onder die afbeelding staat: “Jacob Van Artevelde (met Jan Breidel en de andere gilde dekens van Gent) toegejuicht, vermoord, verheerlijkt.”. Over de figuur van Jacob Van Artevelde (1290-1345) en zijn verheerlijking sedert de 19de eeuw schreven we reeds in deel 65 bij de behandeling van zijn standbeeld op de Vrijdagmarkt.

Het is zo een reusachtig groot doek (8,54 m breed en 4,98 m hoog!) dat het nergens paste. Het toonde Jacob van Artevelde die te paard zijn volgelingen heftig toespreekt, dan zijn moord en tenslotte een soort apotheose  Vermoedelijk toont de Suggkaart dus slechts een deel van het drieluik. Op het doek komt een koe voor. Vanaise kocht een koe als model en installeerde ze in zijn atelier. Er komen ook paarden op voor, maar aangezien hij zijn atelier toch niet volledig kon herschapen in een stal, dienden de trekpaarden van de vuilniskar van Sint-Gillis als model. Ook voor de personages dienden figuren uit die tijd voor model. Hij exposeerde dit doek op het Salon in de Gentse Casino in 1892 (zie deel 52). Groot succes, unanieme lofbetuigingen. Iedereen vond dat een dergelijk meesterwerk in Gent moest blijven. Dat was trouwens ook de wens van Vanaise. Hij hoopte er 50.000 fr. voor te krijgen , maar wanneer de stad met hem contact neemt durft hij er niet meer dan 35.000 fr. voor vragen. Te duur zei de Stad. Het salon werd afgesloten en Vanaise werd verzocht op te hoepelen met zijn enorme schilderij. Met zijn rug tegen de muur stelde hij aan de stad voor het te verkopen voor 16.000 fr. Geen interesse. De zaak verwekte opschudding en het Hof kwam tussen bij de Minister van Schone Kunsten. In 1900 kocht de stad eindelijk het doek aan voor 12.000 fr. aangezien de staat tussenkwam voor 6.000 fr.

En zo gebeurde het dat het reusachtig doek Jacob Van Artevelde toch in Gent bleef, waar het, nadat het zwart-/wit werd gefotografeerd voor Albert Sugg, sedert onbekende datum onder nummer 1900-F netjes opgerold in de reserve ligt zodat niemand het kan zien. (Bron:de onlangs overleden Hugo Collumbien (2/2/1917-22/12/2014), Gentse memoriedagen 19-20-21 juli, in GT/2005/3/186-187). Volgens de eveneens recent overleden Patricia Carson (5/3/1929 – 13/10/2014) in “Jacob van Artevelde” (1996, p.137) werd het bovenste gedeelte in het stadhuis opgeborgen.

Toen fotograaf Jos Tavernier toch probeerde om er een kleurenfoto van te maken, zoals ook van het vorige besproken werk van Vanaise, kreeg hij het volgende antwoord van het MSK: ”Bedankt voor uw mail en uw interesse in onze collectie. De twee werken afgebeeld op de postkaarten bevinden zich wel degelijk in onze collectie. Het is echter zo dat niet alle werken te allen tijde tentoongesteld staan in het museum. Sommige kunstwerken bevinden zich in de reserve van het museum, waaronder deze twee werken van Gustave Vanaise. Daarenboven zijn ze wegens hun grootte opgerold en is het bijgevolg niet mogelijk om deze te tonen”.

Nergens vond ik een gekleurde versie. Het wordt dus wachten op één of andere speciale tentoonstelling om deze megawerken eens in kleur te bewonderen.

© 2015 GENTBLOGT VZW

8 reacties »

  1. Reactie van Erwin Schoors

    Als Gentblogt dan toch moet stoppen, is dit er eentje om te koesteren, te bewaren. De Albert Sugg reeks leek me toch een huzarenstukje op zich. Dikke merci Arthur en de zijnen!

  2. Reactie van Bert

    Als Gentblogt gestopt is waar kunnen wij dan al de artikels over de Albert Suggkaarten terugvinden. Het zou zonde zijn indien dat voor het publiek verloren zou gaan.
    Voorts bedankt voor de mooie artikels, spijtig dat het stopt.

  3. Reactie van ERIK MISSINNE

    Overwegen jullie om de Albert Sugg reeks ook in boekvorm (of andere vorm) uit te brengen ? Ik zal de eerste zijn om in te tekenen.

    • Reactie van Arthur De Decker

      Tot nu toe bestaan er geen concrete plannen om de Albert Sugg reeks in boek- of andere vorm uit te geven.Er heeft zich tot op heden ook nog geen enkele kandidaat uitgever aangediend.
      Puur toevallig loopt deze reeks ten einde op 6 februari 2016 met deel 90 want dan passeerden ALLE Albert Suggkaarten uit de serie 1 de revue.
      Ik ben wel zeer gelukkig dat Gent Blogt mij in de gelegenheid heeft gesteld om deze langlopende reeks op hun blog te zetten en ik ben super content dat alles daar nadien consulteerbaar blijft, hopelijk voor nog zeer lang.

  4. Reactie van Danny Dobbelaere

    Dit was een zeer goede reeks.
    Met dank aan alle auteurs en medewerkers om dit mogelijk te maken.

  5. Reactie van Jean Marie De Wulf

    Grote dank aan Arthur! …… en Jos!