Een vertelselke over Geeraard de Duivel
Herfst. Donkere dagen. Nevel en mist. Halloween. De ideale periode voor het vertellen van griezelige volksverhalen. Deze week vertelden wij al het verhaal van Naart Stuyck dat zich afspeelt in de buurt van de Minnemeersbrug en Sint-Jacobs. Vandaag nemen we u mee naar een van de oudste stadskernen, achter de Sint-Janskerk (nu de Sint-Baafskathedraal), aan de Schelde, vlakbij de Wijdenaard (een aanlegplaats, waar de Scheldeoever een stuk breder was, ongeveer waar nu het Bisdomplein is).
Daar werd in de 13de eeuw een vroeggotisch adellijk slot opgetrokken in Doornikse steen, op de plaats waar zich hoogstwaarschijnlijk reeds een bestaand slot bevond. Men schrijft die bouwactiviteit toe aan een van de beroemdste – of beruchtste – bewoners van dit steen, Geeraard de Duivel, die er ook zijn naam aan gegeven heeft.
En u raadt het al: onze stadslegende van vandaag is met Geeraard de Duivel in de hoofdrol.
Geeraard de Duivel
Rond 1200 werd in het gezin van Zeger II, burggraaf van Gent, een zoon geboren. De kleine Geeraard kwam op de wereld met ravenzwart haar en een donkere huid. Toen hij opgroeide, bleek hij op de koop toe een slecht karakter te hebben, wat hem alras de bijnaam Geeraard de Duivel opleverde. Toen Geeraard zo’n jaar of zestien was, wou Zeger dat zijn hardvochtige en wrede zoon op kruistocht naar het Heilig Land vertrok. Geeraard had daar echter helemaal geen zin in (pubers hé). Korte tijd later trof men Zeger dood aan in zijn bed. Koelbloedig vermoord. Volgens hardnekkige geruchten had Geeraard daarin de hand gehad.
Geeraard groeide verder op, erfde het steen aan de Reep, huwde en kreeg een zoon, Geeraard jr., die even zwart van haar en donker van huid als zijn vader was, wat hem de bijnaam Geeraard de Moor opleverde. Geeraard de Duivel was echter helemaal niet opgezet met dat donker kind, gaf zijn vrouw daarvan de schuld, deed zijn naam alle eer aan en schopte haar in een dronken bui dood.
Over de daaropvolgende jaren is alleen bekend dat hij hield van braspartijen en wreedheden, en dat zijn zoon opgroeide met een aardje naar zijn vaartje.
Vele jaren later gebeurde het dat vader en zoon een oogje lieten vallen op dezelfde vrouw, Jacoba Van Zottegem, waardoor er tussen hen een bikkelharde rivaliteit ontstond. Vader Geeraard besloot de strijd te staken en deelde zijn zoon mee dat hij zich een tijd in het Waasland zou terugtrekken zodat de zoon in alle rust de voorbereidingen voor het huwelijk kon treffen. Hij zou ’s avonds laat nog vertrekken en vroeg aan zijn zoon of die aan de schippers, die in de Rode Toren bij de Pasbrug (vlakbij de huidige Sint-Jorisbrug aan Portus Ganda) op hem wachtten, wou vragen of alles klaar was. U hebt natuurlijk al lang begrepen dat vader Geeraard zich absoluut niet gewonnen gaf, integendeel. Hij had de schippers ingehuurd om, als zoon Geeraard kwam vragen of alles in orde was, hem te overmeesteren, aan handen en voeten te boeien om hem dan in een zak in de Leie te kieperen. Geeraard jr., die zijn vader al langer dan vandaag kende, kreeg inderdaad argwaan, verborg zich in de buurt van de Rode Poort en wachtte de gebeurtenissen af. Na verloop van tijd werd vader Geeraard toch wel ongeduldig en ging aan de schippers vragen of de klus geklaard was. Die schippers hielden hem natuurlijk voor Geraard jr. en zo onderging Geraard de Duivel het lot dat hij voor zijn zoon uitgestippeld had. Geraard de Moor, die alles zag gebeuren, lachte in zijn vuistje en begon onmiddellijk aan de voorbereidingen voor het huwelijk met zijn begeerde bruid.
Volgens de legende kwam aan deze geschiedenis van moord en doodslag nog geen einde: Geraard de Moor wou zijn vrouw vermoorden met een bijl, maar gelukkig kon zij met hun zoontje ontkomen. Na zestien jaar ontmoetten zij elkaar toevallig weer, waarna die zoon Geeraard de Moor vermoordde.
En volgens diezelfde legende (of een andere, de fantasie van de mensen is onbegrensd) was het geslacht tegen het einde van de 13de eeuw uitgestorven, maar zitten de geesten van Geraard de Duivel en van Geeraard de Moor elkaar in het Duivelsteen nog steeds achterna. Al moet ik toegeven dat ik hen, toen ik jaren geleden stage deed in het aldaar gevestigde Rijksarchief, nooit ben tegengekomen. Ik was daar natuurlijk niet ’s nachts.
Zoals uit het bovenstaande duidelijk wordt, werken het sombere steen en zijn bewoners in op de fantasie. Ook Marc Sleen werd erdoor geïnspireerd en voerde in 1950 Geeraard de Duivel heel letterlijk ten tonele, compleet met staart en sulferdampen, in het album De hoed van Geeraard de Duivel. Jaren later keerde hij terug in o.m. de albums De terugkeer van Geeraard de Duivel, De Kolbak van How en De dood van bompa. In de laatste verhalen werd hij ook voorzien van bokkenpoten en hoorns.
Tot zover de fantasie.
Ik kan het echter niet laten om u in verband hiermee toch nog enkele historische feiten mee te geven.
Geeraard de Duivel (of Gheeraert Vilain) heeft echt bestaan en op de website van het Gentse Rijksarchief lezen we het volgende: “Geraard de Duivel leefde van omstreeks 1200 tot omstreeks 1270-1278. Hij huwde met Margareta van Saint-Pol en na haar dood met Elisabeth van Sloten, de dochter van een rijke lakenhandelaar. Zij stierven kinderloos. Geraard en zijn eerste vrouw Margareta werden begraven in de Sint-Janskerk, de huidige Sint-Baafskathedraal.â€
Zijn bijnaam kreeg hij vooral door zijn donkere uiterlijk, en blijkbaar was hij er fier op want er zijn enkele oorkonden bewaard die ondertekend zijn als Gerardus de Gandavo, miles, dictus diabolus (Geraard van Gent, ridder, bijgenaamd de Duivel).
Het Geeraard de Duivelsteen
Het Geeraard de Duivelsteen werd in het begin van de veertiende eeuw aangekocht door de Stad Gent en kende in de loop der eeuwen de meest uiteenlopende bestemmingen, al dan niet tegelijkertijd (een polyvalent gebouw avant la lettre): wapenarsenaal, gijzelhuis (gevangenis voor mensen die hun schulden niet betaalden – naar het schijnt zou Jacob van Artevelde daar om die reden gevangen hebben gezeten), school, bisschoppelijk seminarie, jongensweeshuis, tuchthuis, krankzinnigengesticht, muziekconservatorium en brandweerkazerne.
Het volledig uitgeleefde gebouw werd aan het einde van de 19de eeuw zeer drastisch gerestaureerd, eerst door architect Adolphe Pauli en later door Arthur Verhaegen, die er een compleet nieuwe neogotische vleugel aan toevoegde. Sinds 1904 is er een afdeling van het Rijksarchief in ondergebracht. Alleen de indrukwekkende, vierbeukige benedenzaal, afgedekt met kruisribgewelven werd min of meer in de oorspronkelijke staat bewaard. Deze ruimte, ten onrechte crypte genoemd omdat ze uitkomt op het toenmalige straatniveau dat heel wat dieper lag dan nu (het niveau van het huidige tuintje), heeft nog geen functie.
Enkele afbeeldingen van het Duivelsteen van voor de restauratie vindt u hier.
Ik vind het echt jammer dat dit imposante gebouw zo weinig te bezichtigen is.
Voor wie meer wil weten:
Gent van toen & nu. 2. De verborgen stad. Zwolle, Uitgeverij Waanders, i.s.m. Stadsarchief Gent en vzw Gent Cultuurstad, 2003, pp. 46-47.
Nele Barbry, Leen Charles, e.a., Middeleeuws Manhattan. Rijkdom in Gentse stenen, OKV, [1999], pp. 46-47.
Volksverhalen uit Oost- en West-Vlaanderen, samengesteld door drs. Renaat van der Linden en prof. dr. Lieven Camps (redactie: dr. Tjaard W. R. de Haan). Utrecht/Antwerpen, Spectrum, 1979, pp. 186-187.
Guido Deseyn, Gids voor Oud Gent. Antwerpen, Weesp: Standaard, 1984, pp. 168-170
https://arch.arch.be/content/view/239/26/lang,nl_BE/
https://www.duivelsteen.be/historiek.html
Langs deze weg herhalen we nog eens onze oproep: als u nog Gentse griezelverhalen of andere aan Gent gerelateerde volksverhalen kent, laat maar horen in de commentaren of mail naar redactie@gentblogt.be!
© 2007 GENTBLOGT VZW
Prachtig verhaal, past zo nauw bij de naam van de burchtheer en deze tijd van het jaar.
“De Hoed van Geeraard de Duivel”, verplichte lectuur!
“Het geheim van Matsuoaka”, (een héél oud album van Marc Sleen, waar Nero voor het eerst opduikt) speelt zich dat ook niet in het steen af?
“Het geheim van Matsuoka” is zelfs het allereerste verhaal van Nero (toen nog verschenen als het eerste verhaal van De avonturen van Detectief Van Zwam). Het speelt zich inderdaad gedeeltelijk in Gent af, maar niet in het Duivelsteen.
boeiend die legendes!
In “Het geheim van Matsuoka” doet de heer Schoonbaard (later Jan Heiremans) zijn intrede, maar onder invloed van het Matsuoka bier denkt die dat hij keizer Nero is. “Als het hier nog lang gaat duren, zal’t hier rap gedaan zijn.” Tiens, Matsuoka bier, zou dat (nog) bestaan? :-)
wat het leuke aan al die verhalen is: die dames zijn dus duidelijk het bed ingedoken met de eerste de beste gastarbeider. in die tijd had je al die moren, meegebracht van hun veroveringstochten. lol.
vlaams zuiver ras! als afstammeling van ergens een spaans soldaat die in de streek van zichem is blijven hangen, bewonder ik nog altijd de vlaamse raskenmerken, blond met blauwe ogen, vooral bij nogal noord.afrikaans uitziende voorvechters van de vlaamse zaak, die de buitenlanders buiten willen.
GAL heeft daar nog een schitterende tekening voor knack van gemaakt.
Als projectCEO van het citymarketingproject GentZetDeDuivelTeKijk!, ligt Geeraard de Duivel mij uiteraard na aan het hart. Het donker en slecht zijn, is een fabel, een griezelverhaal dat bij Halloween past, maar het is niet correct. Geeraard, zoon van Zeger III (in verband gebracht met het Middeleeuwse epos Reinaert de Vos, zijnde de duivel uit het dierenrijk), was een duivel-doet-al en juist dà à rom koesterde hij zijn bijnaam met verve. Bon, ik ga hier niet verder uitwijden, maar bekijk het ook eens bij allesovergent.be (tik bij google GentZetDeDuivelTeKijk! en allerovergent.be in) alsook bij de projectwebsides gentduivel.be en ghentdevil.be. Toemaatje: Geeraard de Duivel werd volgens wetenschappelijke bronnen geboren in… 1220 (Bib UGent)!
Wie eens het stripverhaal van Marc Sleen wil lezen “De Hoed van Geeraard De Duivel” laat me weten, dan bezorg ik het graag. Sinds enige tijd staan de doelstellingen van de dekenij Duivelsteen op de site https://www.duivelsteen.be Onder andere in de zogenaamde ‘crypte’ een jaarlijkse bijeenkomst houden, maar ook het gehele duivelsteen vaker voor ieder open stellen. De totaal onaangepaste lokatie voor het archief (bv brandveiligheid…) is sowieso al een doorn in het oog van menig Gentenaar. Indien iemand contacten heeft die ter benaarstiging van onze doelstellingen kunnen helpen, zo horen we dit graag! Verantwoordelijke overheidsdienst is de “Regie der Gebouwen”, graag zouden wij eveneens een afdruk van de oorkonde- zegel van Geeraard Duivel in ons bezit hebben… Voor de RvB van Dekenij Geeraard Duivel, deken Hendrik Nelde
Er is een veel recentere mythe over het Duivelsteen, die mij bijzonder boeit, eigenlijk, en dat is dat men er binnenkort ook feestjes zou kunnen vieren. Pom pom pom?
Dag Hendrik,
Kijk eens: daar ben je, als een duiveltje uit een doosje (grapje). Ik dacht net aan de feestelijke opening half juni toen de fontein van de Vlaanderenstraat ingehuldigd werd, en kijk, daar ben je. Het is misschien de gelegenheid om de Gentblogt lezers eens te overtuigen om eens langs de prachtig heraangelegde Vlaanderenstraat te wandelen. De panden van omstreeks 1900 zijn echt prachtig en hopelijk profiteren de handelszaken volop van de heropleving van de binnenstad. De link naar het Duivelssteen lijkt me ook logisch. Lekker griezelen met Geeraard: heerlijk.
Goedemorgen,
Tsja, je vrienden kan je kiezen, je familie niet.
Vriendelijke groet van de Spaanders voor de Vlaanders
Het verhaal én de foto’s zijn zeer mooi.
Zouden we ons niet kunnen inbeelden dat het Rijksarchief voor zover het in het Geeraard de Duivelsteen niet meer past, zich naast de Zwarte Doos in Gentbrugge zou nestelen? Beveren ligt toch zeer ver af, en zeer ver voor alle naarstige vorsers van onze Universiteit.
Een quizvraag, waarvan ik het antwoord niet ken: deze Vilain waarvan ergens sprake, was dat een voorouder van de Vilain XIIII ?
Ik dacht ergens gelezen te hebben dat de echte gerardus lang niet zo verschrikkelijk was. Hij zou zelfs op kruistocht geweest zijn met zijn vader die misschien tempelier was. Ik neem aan dat er weinig exacte bronnen over hem te vinden zijn. Ik las ook ergens dat hij de zoon van Zeger III was.
Bedankt Veerle en Michel!