Le Dindon

zondag 4 mei 2008 18u02 | josie (tekst), deroovers.be (beeld) | 1 reactie
Trefwoorden: , , , , .

Met Le Dindon wagen De Roovers zich aan een genre dat de laatste jaren nauwelijks op de planken van het ‘serieuze’ theater te zien was; de burleske komedie. Le Dindon, een stuk van Georges Feydeau, dateert uit 1896 en is gericht op de schaterlach. In het stuk ontspint zich een kluwen van relaties tussen de hoofdpersonages die, zo blijkt na een tijdje, allemaal wel eens een scheve schaats rijden en dit vooral voor elkaar proberen te verbergen.

Dindon Dindon

Voor De Roovers er echter met veel enthousiasme in duiken, krijgt het publiek eerst nog een klein stukje theaterwetenschap, een uitleg bij het vaudevilletheater. Zo leren we waarom de scène driehoekig is opgevat, wat de côté cour en de côté jardin zijn en wat dit betekent voor het verhaal; komt de acteur van de ene kant, dan komt hij van ergens ‘binnen’, komt hij van de andere kant, dan komt hij van ‘buiten’. Of zoiets. En wanneer de oudste acteur zijn eerste entrée maakt, moet er geapplaudiseerd worden, wat we dan ook gedwee doen voor Warre Borgmans even later.

Het stuk nu.

Pontagnac (een heel fysieke, serieus over the top acterende Herwig Ilegems) achtervolgt Lucienne (Sofie Sente) tot bij haar thuis, blijkbaar zijn manier om een vrouw in zijn bed te krijgen. Daar blijkt Lucienne getrouwd met zijn goede vriend, Vatelin (Robby Cleiren). Lucienne moet van geen minnaar weten, zij is naar eigen zeggen hondstrouw. Tenzij haar man haar zou bedriegen, in zo’n geval zou ze uiteraard wraak moeten nemen…

Wanneer vriend des huize Rédillon (Warre Borgmans) opduikt, blijkt Lucienne in elk geval al een potentiële minnaar achter de hand te houden. Helemaal druk wordt het wanneer Vatelins Londense onenightstand Maggy (Carly Wijs) haar opwachting maakt, op de voet gevolgd door haar echtgenoot, die op de hoogte is van het overspel en haar wil laten betrappen. En alsof het zo nog niet ingewikkeld genoeg is, spelen de meeste acteurs nog een dubbele (of driedubbele) rol waarbij ze soms op scène van kostuum veranderen. Wat overigens geen verwarring oplevert voor de toeschouwer, want ze wisselen met veel verve van kleren en alles is in deze vorm van theater overdreven duidelijk opgezet.

Dindon Dindon

Zoals ik eerder al zei, spelen De Roovers dit stuk vol overgave, met alles erop en eraan; een scheetkussen, een blote kont waar nodig, seksueel getinte humor, geroep en getier. Bij mij werkt het niet altijd moet ik eerlijk toegeven, maar vaak wel. Het grappigst zijn de momenten waar ze rechtstreeks het publiek aanspreken, of even ‘uit het stuk’ vallen; de souffleur die in actie moet schieten, een acteur die verbijsterd de schrijver van het stuk vervloekt, de opmerkingen die ze zelf tussendoor maken…

De acteurs zetten het stuk dus naar hun hand; zo is er in deze deurenkomedie waarin acteurs constant op- en afgaan geen enkele deur te bekennen en voegen ze soms kleine, meer hedendaagse grapjes toe. Toch blijft de essentie behouden; de opbouw in drie bedrijven, het heen- en weer lopen van de talrijke personages, de kolder, het ingewikkeld lijkende maar vrij simpele verhaaltje. Het resultaat is een avond fijn, entertainend theater, gedurfd in deze tijden van onbegrijpbare kunst voor insiders only, maar toch ook niet iets dat me zeer lang zal bijblijven.

Le Dindon, gezien in Vooruit op 3 mei 2008.

© 2008 GENTBLOGT VZW

Eén reactie op Le Dindon

  1. Reactie van egel

    De morele zedenschets/komedie,een soort theater dat door amateurgezelschappen allerhande denk ik nog steeds volop gebracht wordt, en waar vroeger op televisie wel eens een blijspel aan werd gewijd Piet Bambergen – c&a is niet te verbeteren, kent u hem nog? – meer nog, volgens mij dureven ze op de franse en duitse openbare zenders zelfs zo iets nog uitzenden.

    In ieder geval hier met zoveel zin voor overdrijving gebracht, dat het weer interessant wordt en ook uitermate entertainend. Vooral die kerel met zijn baard voelde zich kiplekker in zijn drie of vier personages had ik de indruk.