De Gentse Sint-Baafsabdij, parel uit het verleden

maandag 1 december 2014 9u03 | Koen Goeminne | 6 reacties
Trefwoorden: , .

Twee historici, Koen Goeminne en Pieterjan Vinck van de website Vigor Clius, stuurden ons een tijdje geleden het volgende artikel toe. Wij zeiden uiteraard geen nee!

Op een zonnige dag tijdens het weekend rondkuieren in een middeleeuwse stad, een must voor iemand met een passie voor het verleden. Vorig weekend maakte ik van de laatste nazomerdag gebruik om zo’n wandeling te maken met als bestemming de ruïnes van de Gentse Sint-Baafsabdij. Ooit bekend als één van de machtigste benedictijnenabdijen van Vlaanderen, is deze site vandaag veel minder bekend dan de Sint-Baafskathedraal met zijn Lam Gods, of het Gentse belfort met zijn draak als torenspits. Wat deze ruïne uitademt is niet de gebruikelijke ‘disneyficatie’ van de geschiedenis, maar wel een mysterieuze vergane glorie met vooral veel vraagtekens over het hoe, wat en waarom. Kortom, precies zoals historici het graag hebben. Op deze site geen duizenden toeristen die van alles een foto nemen, geen dure inkomprijzen om een glimp van een meesterwerk te mogen opvangen. Wat de bezoeker vooral opvalt aan deze site is de sereniteit: een mooie open tuin met hier en daar een oud beeld, een oudere buurtbewoner die een oogje in het zeil houdt, een student die een boek leest… In deze bijdrage zal ik kort de geschiedenis van deze mysterieuze plaats toelichten. Wie de Sint-Baafsabdij in ‘real life’ wil bezichtigen zal echter moeten wachten tot april, wanneer de site terug toegankelijk is voor het publiek.

Amandus en de heilige Bavo

De oorsprong van onze Sint-Baafsabdij moeten we zoeken bij de figuur Amandus. Deze gedreven zendeling was reeds vanaf de 7e eeuw vanuit zijn houten klooster op de Blandijnberg (die later zou uitgroeien tot de Sint-Pietersabdij) gestart met het bekeren van het gebied bij de samenvloeiing van de Schelde en de Leie. Om zijn bekeringswerk kracht bij te zetten bouwde hij de ‘Ganda-kerk’, genoemd naar zijn ligging. Ganda is immers het Keltische woord voor monding. Deze Ganda-kerk won aan succes onder invloed van de verering van Bavo, nadat zijn stoffelijke resten naar hier werden overgebracht. Door deze populariteit namen het aantal giften en schenkingen enorm toe. Zo kon de clerus van de Ganda-kerk uitgroeien tot een echte kloostergemeenschap en dit op nog geen kilometer afstand van de Sint-Pietersabdij.[1] Vanaf de 9e eeuw nam het Gandaklooster, dat inmiddels tot abdij was uitgegroeid, Bavo als hun patroonheilige. De Sint-Baafsabdij was geboren. De eerste abt van de abdij werd Einhard, bekend als biograaf van Karel de Grote. Onder leiding van Einhard en geruggensteund door de verering van Bavo kende de abdij een periode van grote voorspoed. Hierbij werd de houten kerk zelfs vervangen door een stenen exemplaar.[2]

Rivaliteit en wederopstanding

Deze bloeitijd werd echter abrupt onderbroken door de invallen van de Noormannen in de 9e eeuw. Uit voorzorg vluchtten de kloosterlingen van de Sint-Pieters en de Sint-Baafsabdij naar het zuiden, om pas na een halve eeuw terug te keren. Het feit dat de monniken van de Sint-Pietersabdij echter vroegen terugkeerden dan deze van Sint-Baafs, zou aan de basis liggen van een blijvende rivaliteit tussen beide abdijen.[3]

Door de sterk opgebouwde band met de Sint-Pietersabdij herstelde de toenmalige graaf Arnulf I deze abdij in haar rechten en schonk haar tal van relieken. De pas later gerestaureerde Sint-Baafsabdij werd echter eerder stiefmoederlijk behandeld en genoot niet de gunsten die de Sint-Pietersabdij genoot. Na de Noorse invallen draaiden de wisselende machtsverhoudingen tussen beide abdijen dan ook uit in het voordeel van de Sint-Pietersabdij, terwijl dit voorheen eerder omgekeerd was.[4]

Onze gedegradeerde abdij kende opnieuw een periode van bloei onder de Rooms-Duitse keizer Otto II in de 10e eeuw. In zijn strijd tegen de Franse koning steunde hij voluit de Sint-Baafsabdij op de rechter Scheldeoever, want de Sint-Pietersabdij lag aan de ‘Franse kant’ van de Gentse rivier. De Schelde vormde toen immers de landsgrens tussen Frankrijk en het Heilig Roomse Rijk.[5] In deze 2e bloeiperiode werd gestart met de bouw van de enorme (verdwenen) Romaanse abdijkerk. Van overal kwamen bedevaarders nu de relieken vereren in de kerk in de hoop op zegening en genezing. De aanplanting van de bomen op de Sint-Baafsweide herinnert tot op vandaag nog aan deze kerk. Ook de meeste andere gebouwen op de site werden in deze bloeiperiode gebouwd, zodat de meeste delen van de hedendaagse ruïne dateren uit de 10de-12e eeuw. Op de site treft men naast de voor deze tijd zo typische Romaanse stijl echter ook Gotische elementen aan, wat wijst op een jongere bouwgeschiedenis. Zo is de vandaag gedeeltelijk bewaarde kloostergang rondom het vierhoekige kloosterhof een 12e eeuws Romaans en 15e eeuws laatgotisch allegaartje.

Karel V en de transformatie

Zoals na regen vaak zonneschijn komt (en omgekeerd), zo sloeg vanaf de 16e eeuw de slinger van de geschiedenis voor de Sint-Baafsabdij terug de andere kant op. De in het jaar 1500 in Gent geboren Karel V zou via zijn gevoerde politiek immers blijvend zijn stempel drukken op de Arteveldestad. Nadat de Gentenaren weigerden de belastingen te betalen die nodig waren om de vele oorlogen van de keizer te financieren, werd de stad in 1540 de Concessio Carolina opgelegd. Het maakte een einde aan de stedelijke autonomie van Gent. Daarnaast werd ook de sloping bevolen van de Sint-Baafsabdij. Deze gebeurtenis wordt nog jaarlijks herdacht tijdens de optocht van de stroppendragers.[6] Op de plaats van onze abdij werd een dwangburcht opgericht, in de volksmond het ‘Spanjaardenkasteel’. Het doel van deze burcht was om de stad onder te controle houden en tevens te beschermen tijdens de godsdienstoorlogen die hevig woedden. Hetzelfde jaar nog werd het abdijcomplex grotendeels afgebroken en opgeslorpt in een gigantische dwangburcht. Bepaalde delen van de abdij werden (gelukkig) geïntegreerd in de burcht en konden zo gevrijwaard worden van sloping. Zo werd de refter van de abdij ( vandaag het steenmuseum) gebruikt als kerk voor de soldaten.[7]

Industrialisatie en preservatie

Na turbulente jaren van opbouw en afbraak te hebben gekend, werd het Spanjaardenkasteel midden de 19e eeuw definitief afgebroken. In de plaats kwam een nieuwe wijk, met een beestenmarkt en een slachthuis. Bij deze operatie konden de abdijruïnes slechts op het nippertje gevrijwaard worden van vernietiging. Belangrijk hierbij was de toenmalige Gentse schepen van onderwijs August Van Lokeren. Als geschiedenisliefhebber zorgde hij er voor dat de ruïnes voor het nageslacht bewaard bleven. Dit kon echter niet vermijden dat de voor de 19e eeuw zo typische fenomenen van urbanisatie en industrialisatie echter hun sporen nalieten op de site. Naast de aanleg van een slachthuis en beestenmarkt, kwamen er beluiken, fabriekjes en verschillende wegen.[8]

In 1887 schonk de staat uiteindelijk de resten van de abdij aan de stad Gent, die er een tot op heden bestaand museum voor stenen voorwerpen in onderbracht. In de refter van de abdij werden (middeleeuwse) stenen grafzerken en andere voorwerpen die bij openbare werken aan het licht kwamen tentoongesteld. Deze zerken werden in de 16e, 17e en 18e eeuw door kloosters en kerken verkocht aan de stad Gent, die deze gebruikte in de stortkom van sluizen en bruggen om ontgronding door de sterke stroming tegen te gaan.[9] Het mag duidelijk zijn dat het museum een dankbare wending betekende in het lot van deze stenen. Vanaf 1936 werden de ruïnes als beschermd monument veilig gesteld voor verdere afbraak en werden herwaarderingswerken gestart. Vanaf 1991 werd het slachthuis gesloopt en zo ook het industriële hoofdstuk afgesloten. In de plaats kwam de Sint-Baafsweide. Deze groene zone met zijn ‘groene kerk’ suggereert via de aanplanting waar de imposante Romaanse kerk moet gestaan hebben.

Wie meer wil weten komen over de Sint-Baafsabdij en zijn geschiedenis, verwijs ik graag door naar de webstek van ‘de buren van de abdij’. Deze groep buurtbewoners houdt de site open en organiseert er geregeld concerten, lezingen en gidsbeurten. Beslist de moeite waard![10]

[1] Audooren Fabien : De buren en de abdij : monniken, vikings, soldeniers en slachters. Tweeduizend jaar verhalen over de Gentse Sint-Baafssite, uitgeverij SintJoris, p.39
[2] Hanson Marc : Korte geschiedenis van een abdijruïne in een vernieuwde wijk. Brochure voor Burgen van de Abdij
[3] Van Bavel B.J.P : Jaarboek voor Middeleeuwse geschiedenis. Uitgeverij Verloren, 4, 2001, p.9.
[4] Van Bavel, B.J.P. Jaarboek voor middeleeuwse geschiedenis, Hilversum, Uitgeverij Verloren, 4, 2001, p.9.
[5] Audooren, F. De buren en de abdij : monniken, vikings, soldeniers en slachters. Tweeduizend jaar verhalen over de Gentse Sint-Baafssite, Gent, Uitgeverij SintJoris, p.39.
[6] Voor meer info over de Gentse stroppendragers, verwijs ik naar mijn artikel ‘over Brugse Zotten en Gentse Stroppendragers’
[7]Audooren, F. De buren en de abdij : monniken, vikings, soldeniers en slachters. Tweeduizend jaar verhalen over de Gentse Sint-Baafssite, Gent, Uitgeverij SintJoris, p.40.
[8] Hanson, M. Korte geschiedenis van een abdijruïne in een vernieuwde wijk. Brochure voor Buren van de Abdij
[9] Van den Kerkhove, A en Baldewijns, J. Museum voor Stenen voorwerpen, Gids voor de bezoeker. Gent, 1993
[10] https://www.burenvandeabdij.be/

© 2014 GENTBLOGT VZW

6 reacties »

  1. Reactie van Jean Marie De Wulf

    Ik geloof me te herinneren dat het bevel om de abdij te slopen door Keizer Karel het gevolg was van een pauselijk besluit enkele jaren voordien om de communauteit te “seculariseren”, namelijk dat de monniken kanunnik werden in de Sint Jans kerk, en aan die kerk dan de naam Sint Baafs doorgaven.

  2. Reactie van Annelies

    De monnikengemeenschap had in eerste instantie zelf verzocht om tot een seculier kapittel te worden omgevormd, aangezien het hen dan toegestaan was wereldse bezittingen te hebben.Ze hadden uiteraard wel gehoopt in hun abdij te kunnen blijven. Door de strategische ligging van het kloostercomplex ging dit echter niet door en liet Karel V het nieuwbakken kapittel translateren naar de Sint-Janskerk, dat na de oprichting van het bisdom een kathedraal kapittel werd.

  3. Reactie van jos tavernier

    Het is inderdaad een schande dat deze unieke site , verborgen blijft voor toeristen en bezoekers. Dat de stad Gent deze parel al jaren verwaarloosd en dat het enkel te danken is aan de Buren van de Abdij, allen vrijwilligers, dat deze plek tenminste enkele maanden gratis te bezichtigen is.

  4. Reactie van Arthur De Decker

    Inderdaad.De Sint-Baafskathedraal kreeg haar huidige naam pas nadat in 1540 het kapittel van de Sint-Baafsabdij bezit had genomen van de parochiekerk. Dit gebeurde nadat de Sint-Baafsabdij in 1536-1537 was opgeheven. In tegenstelling tot wat daarover wordt geschreven in de traditionele geschiedschrijving gebeurde deze opheffing echter niet op initiatief van keizer Karel V. Zoals recent nog eens duidelijk in het licht gesteld in het 50ste jaarboek van de Heemkundige Kring de Oost-Oudburg door Luc Devriese ging het initiatief voor deze opheffing wel degelijk uit van de monnikengemeenschap zelf en vooral van de abten. De secularisatie was dus al een feit vooraleer ze juridisch werd vastgelegd. De monniken probeerden de abdij te laten erkennen als bisdom. Daartoe moest het klooster met reguliere monniken geseculariseerd worden en omgevormd tot kapittel met seculiere kanunniken. Het hoofdargument was dat Gent, bijzonderste stad van het graafschap, wel twee benedictijnerabdijen bezat, maar geen behoorlijk functionerend kapittel. In 1536 werd het verzoek ingewilligd. In 1537 legden de monniken het kloostergewaad af en werden ze een kapittel waardoor ze ontslagen waren van hun belofte van armoede. Enkele jaren later, in 1540, gooide de Gentse opstand echter roet in het eten. De nieuwe kapittelheren zagen hun droom van een bisschopszetel in hun ex-abdij en ex-abdijkerk vervliegen. De abdijgebouwen en bijhorend dorp moesten plaats ruimen voor een dwangburcht, later Spanjaardenkasteel geheten. De kapittelheren zagen zich zeer tegen hun zin verplicht te verhuizen naar de Sint-Janskerk, buiten de aloude abdij. Op 11 mei 1540 werd de parochiekerk Sint-Jan omgevormd tot kapittelkerk, voortaan Sint-Baafs genoemd. Vanaf dat ogenblik gaat de zorg voor de uitrusting van de kerk over in handen van de kanunniken, tot ongenoegen van de Sint-Jansparochie.
    Zie deel 43 van Albert Sugg en La Belle Epoque in Gent.

  5. Reactie van joris

    Tof artikel en leuk Gents initiatief