Rondleiding 800 jaar arm en rijk in de Machariuswijk

zaterdag 23 juli 2011 14u52 | patricia | reageer
Trefwoorden: , , , .

Ik moest me haasten om op tijd op de afspraak te zijn en ik was niet alleen. Het was even afwachten met het weer maar het bleef droog. Er was enorm veel volk komen opdagen voor de rondleiding 800 jaar arm en rijk in de Machiariuswijk. Na het boek waar Veerle het reeds over had is er nu ook de rondleiding. Het klinkt een beetje als een promopraatje, maar het was een boeiende tocht door de wijk. De tweede al voor mij tijdens deze feesten, deze keer eentje gevuld met geschiedenis.

Buren van de Abdij De gids is een buurtbewoner, één van de velen actief bij de Buren van de Abdij. Met een 100-tal zijn ze ondertussen en ze zijn bijzonder actief. Niet enkel houden ze de abdij open, er zijn de concerten, tijdens de Gentse feesten gebeurt dit in samenwerking met het Bijloke Muziekcentrum maar er is ook goûts de Gand, er is zoals gezegd het boek, er zijn de bijen en nog veel plannen. De groep was tot mijn verbazing heel gemengd, ongeveer de helft woonden in Gent, de andere helft niet. Al hadden sommigen er wel nog gewoond en zorgde dit voor leuke anekdotes onderweg. De gemengde samenstelling zorgde ervoor dat we ook een portie Gentse geschiedenis kregen. Voor een inwijkeling als mezelf nooit een slechte zaak. Maar dat er aan de Zuid ooit een station had geweest was voor mij al geen nieuws meer.

De Sint-Machariuswijk is wat de Buren zelf noemen één van de meest vervelde wijken van Gent. Met twee kaarten uit de 16de en 17de eeuw werd duidelijk dat de wijk een aantal ingrijpende veranderingen had ondergaan, terwijl de rest van Gent eigenlijk grotendeels hetzelfde was gebleven. We herkenden duidelijk de Kouter, ook al was het toen nog een veld, de Veldstraat, Korenmarkt, Koren- en Graslei,… De Buren onderscheiden 5 lagen: de eerste laag is het Keltische dorp dat zich ontwikkelde rond de samenvloeiing van de Leie en de Schelde: Ganda. Getuige daarvan de Gandastraat.

De tweede laag is dan de kerstening, hier zijn een aantal getuigen, al zijn die vaak niet meer in hun toenmalige staat. De stenen van de Karolingisch kerkje werden gerecupereerd in de abdij, op de parking van Sint-Baafsdorp kan je de vorm van het parochiekerkje opmerken (die roze steentjes). De groene aanplanting rond de abdij toont hoe groot de kerk ooit geweest is, het is bijna moeilijk om je nu voor te stellen, maar het was indrukwekkend.

De derde laag is dan de periode van het Spanjaardkasteel. Het gebied was toen heel welstellend, al had Gent het lastig door het afsnijden van de toegang tot de Antwerpse haven. De gouverneur was op een bepaald moment eigenaar van één van de drie koetsen die Gent toen telde, en hij had de enige koets voortgetrokken door twee paarden. Interessant is ook dat men toen Spaans sprak in dit gebied. Het Spaanskasteelplein dat nu ingenomen wordt door het straattheater is nog één van de getuigenissen van die periode. Een beetje verder zou ook nog een stuk van het kasteel zichtbaar zijn in één van de kaaimuren. We zijn niet ter plekke geraakt, maar als ik binnenkort in die buurt kom zal ik toch eens proberen het te vinden.

Na de afbraak onder de Oostenrijkers werd een slachthuis gebouwd. Het witte poortgebouw is hiervan nog steeds een overblijfsel. Nog slechts enkele firma’s zijn actief in de vleesverwerking, maar van de bloeiende commercie die rond de Beestenmarkt ontstond is al lang geen sprake meer. Een oudere man vertelde dat hij van zijn moeder nooit in de Ossenstraat mocht komen, te veel huisjes van plezier. Een van die huizen is nog steeds een café: café Zaffelare, maar de andere handelszaken zijn verdwenen. Blijkbaar was vrijdag vroeger slachtdag en kwamen Gentenaars dan hun vlees inkopen bij de firma’s, ook ingewanden en dergelijke vonden gretig aftrek. Nu gebeurt dit nog steeds, maar zie je vooral verschillende nationaliteiten aanschuiven. De Belgen hebben een meer beperkte smaak gekregen als het op vlees aankomt, zei de gids.

En de vijfde laag is dan uiteraard de huidige laag. De 19de eeuwse huizen zijn niet echt meer veranderd maar in de jaren 1980 werd het een herwaarderingsgebied waardoor inwoners met subsidies hun huis konden renoveren. Dit zorgde voor een belangrijke instroom van jonge gezinnen, en verklaart volgens de gids ook een deel van het succes van de Buren van de Abdij. Niettemin gaat het nog steeds om een relatief arme wijk, het gemiddeld fiscaal inkomen ligt 10.000 euro lager dan in de wijk de Visserij. De aanwezigheid van het Sint-Baafsdorp, een sociale wijk, draagt hier zeker een steentje aan bij. De naam van de wijk verwijst naar de Sint-Baafsabdij en de vroegere parochie. De wijk werd gebouwd na de eerste zwarte zondag. Op de parking vind je zoals gezegd de omtrek van de vroegere parochiekerk, want gewone zieltjes mochten niet in de abdij gaan bidden. Een van de eerste sociale voorzieningen was de Dis of de Tafel van de Heilige Geest. Gentenaars besteden in die periode gemakkelijk 70% van hun inkomen aan eten (40% aan brood) waardoor men weinig had om op terug te vallen wanneer het minder ging. Bij de Dis kon men eten in ruil voor het bidden voor het zielenheil van de schenkers. Maar men kon er ook terecht voor schoenen of een bescheiden doodskist. We gingen ook een kijkje nemen in het Rommelwaterpark, waart tot 1981 een beluik stond. De open ruimte tussen de gebouwen is nu ingericht en betekent een verademing voor de buurt.

Rommelwaterpark Astridpark

Van de ene groene plek trokken we naar de andere: het Astridpark. Meteen ook een voorbeeld van het andere uiterste. Het gebied werd door water omgeven en was wat afgesloten van de rest. Twee welstellende Gentenaars hadden er een lusthof geïnstalleerd, al klinkt dit volgens de gids poëtischer dan het in werkelijkheid was. Het was vooral een plek om uit te rusten in het groen. In de Schelde zwom toen volop vis tot plezier van de hengelaars (vandaar de Visserij, jawel). Na de dood van Koningin Astrid werden in alle provinciehoofdsteden Astridparken aangelegd. In 1949 kocht de Stad de terreinen en werd dit het Astridpark.

U merkt het, heel veel informatie en dan heb ik het nog niet over de herkomst van de naam Rommelwaterpark gehad of wat vroeger in het gebouw van de groendienst gevestigd was of wasserijen met een andere functie… Geen wonder dat de rondleiding wat uitgelopen is en het boek nadien goed verkocht. De rondleidingen tijdens de feesten zijn allemaal volzet, maar hou de site van de Buren van de Abdij in de gaten voor meer nieuws, zou ik zeggen.

© 2011 GENTBLOGT VZW

Reacties zijn gesloten.