Albert Sugg en de Belle Epoque in Gent: Série 1 (36) Coupure
De uitgever Albert Sugg heeft in zijn serie 1 van bepaalde Gentse buurten verschillende postkaarten gemaakt, al of niet genummerd met Romeinse cijfers. Dit geldt o.a. voor het Citadelpark, de Sint- Baafsabdij, het Gravensteen en de Coupure. Deze week geeft Arthur De Decker enige informatie bij Coupurezichten tijdens La Belle Epoque en vergelijkt deze met recente foto’s van Jos Tavernier ongeveer genomen vanuit dezelfde hoek. In een later deel komt de Coupure nogmaals aan bod. De vorige delen staan in het archief van Gentblogt.
Het woord “Coupure†heeft hier een dubbele betekenis: enerzijds een gegraven kanaal, anderzijds de weg lansheen deze vaart. Bij die weg wordt in Gent dan nog eens onderscheid gemaakt tussen deze aan de stadszijde die Coupure Rechts heet en deze aan de over- of buitenzijde die Coupure Links heet. Deze Coupure- I- foto werd genomen van op de Coupure Links en we zien ook dat de Coupure op het einde naar links afbuigt om via de Sint-Agneta-sluis in de Leie uit te monden. Links zien we een stoomboot die binnenschepen sleepte.
In 1751 gaf Maria Theresia (1740-1780) het sein voor het graven van de Coupures. Gent telt er namelijk twee. Enerzijds de Coupure waarover we het reeds hadden in deel 32 en die vanaf de Sint-Jorisbrug de Leie met de Nederschelde verbond: het Rommelwater aan de Visserij. Anderzijds de Coupure tussen de Brugse Vaart en de Leie waarover we het nu en later nog zullen hebben. Reeds in 1753 vaarde de Concordia uit Nantes als eerste zeeschip geladen met wijn en kastanjes deze Coupure op! Jarenlang was deze Coupure de favoriete wandelplek van de Gentenaars: een rustig aarden jaagpad omzoond met lommerijke platanen aangeplant in 1785.
Het bewind van Maria-Theresia betekende voor onze gewesten een periode van rust en relatieve economische bloei. Haar wegenbeleid stimuleerde de lokale handel. Steenwegen vervingen de oude aarden landwegen en verbonden de grote Vlaamse steden met elkaar. Met een lengte van 2.850 km werd het Vlaamse net van geplaveide wegen nergens overtroffen.
Door dit wegenwerk verliep transport over land, met paard en kar snel. Om ook het transport over water te stimuleren kreeg de waterverbinding tussen Gent en de zee, waarvoor in de 17de eeuw het graven van de Brugse Vaart een aanzet had gegeven, een verlengstuk. Door de aanleg van de Coupures konden zeeschepen over de Brugsche Vaart rechtstreeks vanuit Oostende de Gentse binnenhaven invaren; over de Leie konden ze vervolgens de Schelde bereiken. Door deze route werd het probleem van de afsluiting van de scheldemond omzeild. Gent werd zo de draaischijf voor transitverkeer tussen Frankrijk en de Verenigde Provinciën.
Langs de Coupure verrezen enkele imposante gebouwen. Over het Rasphuis, gebouwd in 1775, hadden we het reeds in deel 34 . Ook het Keizerlijk Entrepot, gebouwd in 1778 en gesloopt in 1865  en het neogotische Van Caenegemgesticht van 1847 kwamen respectievelijk reeds even aan bod in deel  24 en deel 17. Later komen nog enkele andere grote gebouwen (o.a. Casino, 1835) aan bod.
In feite was de Coupure een der eerste industriekanalen in Europa. Naast talrijke windmolens waren er voor 1800 reeds suikerraffinaderijen, zeepziederijen, Â een knopenfabriek, een blikslagerij, ijzegieterijen, olieslagerijen, een tabak en snuiffabriek, diverse magazijnen en de katoendrukkerij Clemmen waarvan sprake in deel 34. Na 1825, met de invoering van de stoommachine, was de Coupure een echte industriezone. Vanaf 1860 kreeg de Coupure een meer residentieel karakter en ruimden de fabrieken plaats voor buitenverblijven, herbergen en burgerhuizen met de typische bepleisterde en beschilderde lijstgevels, zoals nog te zien op de Suggkaarten.
In 1981 werd gans de 40 ha metende zone tussen de Sint-Agnetebrug en de Contributiebrug als stadsgezicht beschermd, nog nooit gezien in Vlaanderen! Niet enkel de waterloop en de Coupures Links en Rechts, doch ook de beplantingen, de bruggen alsook een gedeelte van de erbij aansluitende Krommenelleboog, de Lieven De Winnestraat, Twaalfkameren en de Bijlokevest werden beschermd gebied. De opmaak van dit beschermingsbesluit in 1979 stootte toen op heel wat verzet,ook van het Schepencollege dat unaniem van oordeel was dat dergelijke bescherming de stadsvernieuwing in die wijk zou belemmeren.
Ondertussen is bewezen dat deze bescherming geen investeringen in de wijk heeft verhinderd. Er werd heelwat gerestaureerd , gerenoveerd en vernieuwd. Ingrepen zouden wel strikt begeleid worden door de Dienst Monumentenzorg en Architectuur. Men zou streven dat elke vervangingsbouw rekening hield met de geest van die plek. Dit streven culmineerde zg. in de Kanaalhuizen op de hoek Coupure Rechts-Lieven De Winnestraat van architecten Paul Robbrecht en Hilde Daem uit 1997. Naar verluidt zouden deze zich niet enkel†inschakelen in de typologie van het straatbeeld†ze zouden ook “het stadszicht verrijken met een boeiende interactie tussen publieke en persoonlijke leefsfeerâ€. Dure woorden ,mijn gedacht. De grote burger- en herenhuizen vertonen wel nog een bepaalde eenheid doch dit werd ondanks de bescherming hier en daar verbroken door recente flatgebouwen.
Deze Suggkaart toont ons de Coupure van op de Rozemarijnbrug , met dus links de Coupure Links en Rechts de Coupure Rechts. In de verte zien we de nu niet meer bestaande Rasphuisbrug. Zoals u in deel 34 kon lezen is daar nu de Theresianenbrug gelegen, een boogbrug enkel voor voetgangers en fietsen. Deze werd blauw geschilderd zoals te zien op de volgende recente foto van Jos Tavernier.
De binnenvaart bleef dit kanaal gebruiken tot 1969 toen men de Ringvaart in gebruik kon nemen. Nu komt er alleen nog pleziervaart langs. En naar verluidt is er terug vis.
De grazige berm met haag en bomenrij langs de Coupure werd bij collectorenwerken ca 1985 over de grootste lengte verstevigd door middel van betonnen talud en dit ondanks dat er meer natuurlijke methodes ter versteviging bestaan. De oevervegetatie is verdwenen , allerlei dieren kunnen niet meer schuilen of nestelen in de oever en het zelfreinigend vermogen van het water werd aangetast.
Sedert 2010 heeft het stadsbestuur geëxperimenteerd met grazende schapen op de bermen. Dergelijke begrazing heeft specifieke voordelen in vergelijking met mechanisch maaien.
Het grazen gebeurt trager zodat de kleine insecten en amfibiën zich uit de voeten kunnen maken. Schapen grazen ook her en der waardoor de vegetatie meer structuur krijgt. Via hun mest en wollige vacht helpen ze plantenzaden te verspreiden. Winst dus voor de biodiversiteit. De eerste schaapherder haakte echter af o.a. daar zijn dieren werden overvoed met allerlei afval. Daarom werd een nieuwe herder ingehuurd.
© 2013 GENTBLOGT VZW
Zeer interessant. Zijn er geen plannen om al die artikels ivm Albert Sugg te publiceren in boekvorm ? Of bestaat dat reeds?
Er bestaan momenteel geen concrete plannen.De reeks is ook nog niet af. Er moeten nog meer dan 100 delen worden geschreven…
Knap beeldmateriaal dat simpelweg toont dat de bescherming van de haag eerder een emotionele dan wel een geschiedkundig correcte monumentenzaak was.
“Bescherm stadsgezicht” voor de Coupure Links en Rechts.
Iedereen kan zien nu zien wat die woorden waard zijn.
Met dank aan de holle woorden van een aantal architecten,
Als je het goed en hoogdravend kan invullen slikt Monumentenzorg blijkbaar alles.