Albert Sugg en de Belle Epoque in Gent: Série 1 (48) Panorama’s

vrijdag 21 maart 2014 9u52 | Arthur De Decker (tekst), Jos Tavernier (beeld) | 6 reacties
Trefwoorden: , .

In deel 48 van deze reeks over de serie-1-Suggkaarten  over Gent zoeken Arthur De Decker (tekst) en Jos Tavernier (actuele foto’s) hoger oorden op en kijken vanuit vogelperspectief neer op de Gentse skyline met onder andere de beroemde torenrij. De vorige delen zijn consulteerbaar  in het Gentblogt-archief.

Serie 1 nr. 71 Panoramisch zicht, sneeuweffect

Serie 1 nr. 71 Panoramisch zicht, sneeuweffect

Voor de jonge lezers onder de Gentblogvolgers:snapback wholesale
zo ziet Gent er dus uit onder de sneeuw.

In tegenstelling met nu lag er in La Belle Epoque tijdens de winter wel degelijk sneeuw. Deze Suggkaart werd verstuurd in 1903 en geeft ons een mooi zicht op de beroemde Gentse torenrij gezien van op het donjon van het Gravensteen. Het moet niet altijd van op de Sint-Michielshelling  zijn, die er trouwens pas kwam in 1913 (zie deel 6). Op de postkaart zien we uiterst rechts dus nog de oude Sint-Michielsbrug.

De “skyline” van het middeleeuwse Gent wordt bepaald door drie torens die midden in het stadscentrum op één rij zijn gebouwd. Vanaf de Graslei, uiterst rechts, zie je eerst de Sint -Niklaaskerk met stompe 70 meter hoge toren met rechts daarvan de twee torentjes van het voorportaal. Ingevolge de sneeuw is de bedaking van de hoofdtoren niet te zien. Deze kerk ontstond op de oude fundamenten van vorige bouwwerken in de dertiende eeuw en is een fraai voorbeeld van Scheldegotiek. Al sinds de vorige eeuw is men het pand aan het restaureren, doch daarover later meer in deze Suggreeks. De tweede toren in de rij is het Belfort met nog de neogotische gietijzeren campanile in 1851 ontworpen door stadsarchitect Louis Roelandt (1786-1864) waarover we het reeds hadden in deel 11. Deze torenspits werd toen ook wel eens zotskap of vogelmuit genoemd  en werd tussen 1911 en 1913  vervangen door de huidige stenen kap ontworpen door de jonge architect Valentin Vaerwyck (1882-1959). Zij is 95 meter hoog. De laatste in de rij is de Sint-Baafskathedraal met een toren van 89 meter en die  reeds werd behandeld in deel 43. Naast dat dit een prachtige kerk is, komt zijn beroemdheid toch vooral door de aanwezigheid van het Lam Gods waarover we het later in deze reeks  nog zullen hebben.

Tiens tiens, en waar is de toren van het posthotel? Die werd iets later gebouwd, tussen 1902 en 1904 en maakt officieel geen deel uit van de beroemde Gentse torenrij, evenmin als de Boekentoren trouwens….

Vooraan zien we de huizen rondom het Sint-Veerleplein en links de Vleeshuisbrug.

71 panoramisch zicht

Op deze actuele foto die Jos Tavernier nam van op het Gravensteen, zien we de Gentse skyline met van links naar rechts de Sint-Baafskathedraal, het Belfort met de toren in 1911 ontworpen door Valentin Vaerwyck  (nadien nog diverse keren gerestaureerd) en de Sint-Niklaaskerk. Verder naar achteren staat de 64 meter hoge Boekentoren van architect Henry van de Velde (1863-1957) gebouwd in 1935-39 die over zijn 20 verdiepingen  meer dan 3 miljoen boeken huisvest en momenteel grondig wordt gerestaureerd. Voor nadere info zie:  Boekentoren en boekentoren.be.snapback hats wholesale.

Rechts zien we de 55 meter hoge slanke toren van het Postplaza dat op een nieuwe bestemming wacht (zie deel 21).

Vroeger was er naar verluidt een ongeschreven regel  dat geen enkel gebouw in Gent hoger mocht zijn dan het Belfort, dus 95 meter. Die maximale bouwhoogte is ondertussen ruimschoots overschreden door de MG-, beter gekend als de  KBC-toren in Sint-Denijs-Westrem die met zijn 27 verdiepingen 118,5 m hoog is. Als zo’n vergunning wordt afgeleverd, wordt Sint-Denijs-Westrem plots niet meer bij Gent gerekend. Dat dit buitenmaatse optrekje als precedent zou worden ingeroepen voor andere schaalbrekende en opdringerige bouwsels was niet moeilijk te voorspellen: zie de Virginie Lovelingtoren en de Queen Tower 1 en 2 aan het Sint-Pieterstation (respectievelijk 90, 90  en 68 meter).

Het hek is blijkbaar van de dam.

Een snuifje poëzie van rufijn:

“de hemel is een mooie
Maar soms toornige vrouw
En al die pieken die je ziet:
Het belfort en de klokketorens,
De wolkenkrabbers, minaretten
De schouwen van fabrieken,
De smallen en de vetten
Het zijn de protserige peniskokers
Van vermeende en opdringerige bruidegoms
Je kent ze wel, ze stellen hier de wetten.

Serie 1 nr. 337 Panorama van op het plat van den Meesten Toren van ’s Gravensteen

Serie 1 nr. 337 Panorama van op het plat van den Meesten Toren van ’s Gravensteen

Deze Suggkaart geeft ons ongeveer hetzelfde panoramische zicht als de vorige, doch enkele jaren later en nu zonder sneeuw. Centraal zien we de achterkant van het Vleeshuis en uiterst rechts een deel van de Graslei voor de “restauratie”. Aan de skyline rechts zien we de neogotische toren van het nieuwe postgebouw echter nog zonder het uurwerk. Deze foto moet dus dateren van circa 1905. Links daarvan is nu ook vaag weg de Sint-Pieterskerk te zien en links daarvan het telefoonhotel  gebouwd in 1901 en waarover we het hadden in deel 26. Het grote dak rechts huisvest de overdekte markthal van de oude vismijn. Dit is een van de oudste markten van Gent. Oorspronkelijk bevond deze markt zich op de huidige Groentemarkt (zie deel 16) snapback caps
. In 1689 kreeg ze haar huidige locatie op het Sint-Veerleplein met haar kenmerkend poortgebouw en vaste stallen in open lucht. Centraal beneden op de Suggkaart zien we het poortgebouw, in 1689 opgetrokken in rococostijl en versierd met drie beelden van zeegoden. Het werd zwaar beschadigd door een brand in 1872. Enkel het beeld van Neptunus kon worden gered. De andere beelden werden vervangen door nieuwe beelden van een man en een vrouw die de Schelde en de Leie voorstellen. Een overdekte markthal als verkoopplaats voor vis, vlees en groenten werd toegevoegd terwijl op het open marktplein verder openbaar vis werd verkocht.

71 bis panoramischzicht

Het is natuurlijk niet allemaal te zien op deze panoramische foto’s doch het aantal inwoners van de stad Gent is enorm toegenomen in de laatste 200 jaar. In 1806 telde Gent 58.200 inwoners, in 1900 waren er dat reeds 160.133 ! Nadien was er wel een stadsvlucht zodat er in 1970 nog slechts 148.860 overbleven. Door de grote fusieoperatie in 1977 kreeg Gent er 108.952 inwoners bij uit de deelgemeentes wat het totaal aantal op 248.667 bracht. Dit stopte de stadsvlucht niet want in 2000 bleven er nog “slechts” 224.180 over. Nadien begon een remonte waardoor we nu 250.000 inwoners tellen, dus iets meer dan bij de fusie.

Serie 1 nr. 324 –Panorama van op de Meesten Toren van ’s-Gravensteen

Serie 1 nr.59fifty hats 324 –Panorama van op de Meesten Toren van ’s-Gravensteen

Ook dit panoramisch zicht werd genomen van op het Gravensteen en toont ons vooraan een hoek van het Sint-Veerleplein en rechts aan de horizont nu ook de Sint-Michielskerk (zie deel 6). De toren van het posthotel heeft nog geen uurwerk en de huizen naast de ingang van de vismijn als mede het hoekhuis rechts hebben nog hun bepleisterde gevel . Al deze conventiegevels zullen met het oog op de wereldtentoonstelling van 1913 ingrijpend “gerestaureerd “worden in  neo-gotische stijl.

De Stedelijke Commissie voor Monumenten en Stadsgezichten (SCMS), fel gesteund door burgemeester Emile Braun en het schepencollege, hield zich sinds 1894 bezig met de conservatie van volledige stadsgezichten. De aankondiging van de Wereldtentoonstelling werd aangegrepen om een totaal restauratieproject voor het Sint-Veerleplein door te drukken. De methode van de conventiegevel werd gebruikt om het plein als “middeleeuws” stadszicht te herstellen. Hierbij was geen sprake meer van financiële ondersteuning van privé-initiatief: de overheid bepaalde de manier waarop zou worden gerestaureerd en betaalde de kosten.

Daarbij werd het Brussels stelsel, dat werd toegepast bij de restauratie van de huizen op de Grote Markt,  overgenomen, d.w.z. het creëren van een erfdienstbaarheid ten voordele van een openbaar gebouw, hier het Gravensteen. Deze erfdienstbaarheid moest garanderen dat de restauraties behouden zouden blijven. De eigenaars werden de facto verplicht om een conventieovereenkomst met de stad af te sluiten. Wie weigerde werd onteigend in het kader van het openbaar nut. De restauratie van het Wenemaerhospitaal in 1905, te zien onderaan de foto,  werd aangegrepen om de naastliggende gevels ook in hun “originele staat” te herstellen. Deze waren in 1820 gewijzigd in bepleisterde lijstgevels zoals te zien op de Suggkaarten.

Architect Joseph De Waele werd door de SCMS belast met de voorstudie. Omdat de Staat toen mede-eigenaar was van het Gravensteen kwam het ministerie van Financiën en Openbare werken voor de helft tussen in de kosten, met een maximum van 50.000 frank. Voor het latere onderhoud van de gevels zou de Staat niet meer meebetalen. Als voorwaarde stelde  minister Paul de Smet de Naeyer dat de Stad van de eigenaars een erfdienstbaarheid non modificandi zou bekomen ten voordele van het Gravensteen. Aan deze voorwaarde werd voldaan in 1906.

De Stad Gent en de Belgische Staat verbonden zich tot de restauratie van de voorgevel en het achtergelegen gebouw tot op 75 centimeter gemeten vanaf de voorgevel. De eigenaar betaalde elk jaar 1 frank per strekkende meter gevelbreedte. Deze erfdienstbaarheid bestond er in dat de eigenaars niet meer het recht hadden werken aan de herstelde gevel te doen, een uithangbord of opschrift te plaatsen of een voorwerp aan de gevel op te hangen of vast temaken zonder toestemming van het college van burgemeester en schepenen.

Deze bizarre gevelbelasting, waarmee huiseigenaars hun gevels voor een peulschil  (minder dan een 1 euro per jaar) konden laten onderhouden tot het einde der tijden op kosten van de gemeenschap, werd pas in 2012 afgeschaft.

324 a

Op deze recente foto van Jos Tavernier  zien we links het Sint-Veerleplein en  vooraan rechts de Rekelingestraat met uiterst rechts een stuk van de nieuwe gevels van de Vismijn zoals ontworpen door Amand Janssens (1881-1953). Daar staat sedert 1879 op het terrein van het voormalige Wenemaerhospitaal, de door stadsarchitect Adolphe Pauli ontworpen overdekte markt voor handel in verschillende goederen met 74 winkelbanken. Deze markt kende echter weinig succes. De handelaars vreesden de alles overheersende visgeur. De gevel langs de Rekelingestraat was in de toen neoclassicistische stijl opgetrokken wat door de SCMS in het licht van de restauratie van het Gravensteen en het Sint-Veerleplein als zeer storend werd ervaren.

Deze gevel werd in 1912 vervangen door één in neogotisch stijl, ook wel Jacobethan style genoemd, een mengeling van de Engelse Elisabethan en Jacobean style. De gevelsteen met opschrift “hersteld in 1912-bouwmeester A.R. Janssens” is een verbloeming van de afbraak en bouw van de nieuwe decoratieve gevels die in de ogen van de leden van de SCMS absoluut noodzakelijk waren om een onverstoord en genietbaar gezicht vanuit de Burgstraat en de Rekelingestraat op het Gravensteen te hebben.

In de 20e eeuw kende het oude vismijngebouw een aantal functiewijzigingen (bandencentrale, bowlingzaal…). Aan de leegstand werd een einde gemaakt toen de stad een wedstrijd uitschreef om het pand een nieuwe bestemming te geven. In 2010 werd het pand heringericht als een horecazaak.

De Oude Vismijn huisvest sinds 2 maart 2012 de Dienst Toerisme Gent.

Serie 1 nr. 334 Panorama van op het plat boven het Poortgebouw van ’s Gravensteen

Serie 1 nr. 334 Panorama van op het plat boven het Poortgebouw van ’s Gravensteen

Dit is  de eerste Suggkaart met een trolleytram die we kunnen tonen. Op de eerder  gepubliceerde Suggkaarten nrs. 17, 23, 26, 29, 63 en 117 (2x) was de voorloper, nl. een  accutram,  te zien. Deze kaart werd verstuurd in 1907 en geeft ons een panoramisch zicht, deze keer van op het poortgebouw van het Gravensteen, met links de tramlijn over de Vleeshuisbrug.

De openbaarvervoersituatie op deze lijn kan als volgt kort worden beschreven:

  • sedert januari 1874 reed er een paardentram (ook Chemin de Fer Américain of Amerikaanse Tramway of Amerikaanse spoorweg geheten) van de Korenmarkt naar de Brugsepoort. Het is onderdeel van een concessie  door de stad Gent verleend aan August Defrane, Louis Finet en Macart & Co die over 29 gesloten rijtuigen beschikten.
  • deze concessie van 25 jaar liep ten einde in 1899 en werd vervangen door een net van elektrische trams toegewezen aan de zustermaatschappijen SA des Railways Economiques de Liège-Seraing en Compagnie Générale de Railways à voie étroite. De paardentram werd aldus vervangen door elektrische trams voortbewogen door een stelsel van accumulatoren. Er waren echter onmiddellijk ernstige klachten over de ongeschiktheid van dit systeem. Het publiek verplaatste zich sneller te voet en er waren o.a. klachten over de gasuitwasemingen en over  zuurvlekken op kledij van reizigers veroorzaakt door lekkende accumulatoren.
  • in 1903 werd beslist over te stappen op een trolleytram-systeem waardoor dus alle tramlijnen een elektrische bovenleiding met trolleydraad moesten krijgen met  stroom (500 volt) aangevoerd vanuit de Bomastraat. Dit systeem, met de typische trolley op elke tram, was in gebruik tot 1920.
  • vanaf 1920 vervingen de sleepbeugels overal de trolley waardoor de bovenleidingen dienden te worden verlaagd. Vanaf 1926 kwamen de drieassers, eerste versie, in gebruik,  die in dienst bleven tot 1950. Van 1950 tot 1969 volgden de gerenoveerde drieassers.
  • de aan de Elektrische Tramwegen van Gent (ETG), opgericht in 1898,  verleende concessie liep ten einde in 1953 en werd overgedragen aan de dan nieuw opgerichte Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Gent  (MIVG). Deze vennootschap stond onder het beheer van de staat, de provincie Oost-Vlaanderen, de stad Gent en de Gemeente Gentbrugge.
  • tussen 1962 en 1969 werden verscheidene tramlijnen (nrs. 3, 5, 6, 7, 8 en 9) afgeschaft en vervangen door autobusdiensten. Toen werden ook de nieuwe PCC-rijtuigen besteld voor o.a. lijn 1. In 1971 rijdt hier de laatste drieasser .
  • In 1979 werd de Vleeshuisbrug vernieuwd waardoor het tramverkeer dagelijks tussen 9u en 16u werd onderbroken. Ook in 1986 vonden er werken plaats aan deze brug waardoor het tramverkeer tijdelijk werd onderbroken,  zoals trouwens ook ingevolge de jaarlijkse Gentse Feesten op de Korenmarkt. In 1988 wordt de brug grondig gerestaureerd waardoor gedurende 3 maanden de tramlijnen 1 en 40 tussen Gravensteen en Korenmarkt werden onderbroken en de reizigers  de afstand tussen deze twee haltes te voet moesten overbruggen. Daarvoor lag er tussen april en juni 1988 naast de Vleeshuisbrug een noodbrug.
  • In 1991 wordt de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn opgericht die voortaan instaat voor het stads- en streekvervoer in Vlaanderen en waardoor dus de MIVG kon worden opgedoekt.
  • Vanaf 2000 werden  Siemens-lagevloertrams in gebruik genomen. Zij heetten officieel MGT 6 maar kregen de naam Hermelijn, benaming bedacht door Anneke Lippens, een buschauffeur uit Sleidinge, die hiervoor een bon van 1.000 frank kreeg. Deze 31 meter lange tram kost 80 miljoen frank per stuk, er is plaats voor 58 zittenden en in totaal voor 256 personen. Ter vergelijking: een gewone bus is 12 m lang, een gewone tram 14,5 m en een trolleybus 18 m.

334 e

Op de recente foto van Jos Tavernier zien we een PCC-tram op weg naar de Burgstraat.

Uit de recente studie van het Rekenhof “Besluitvorming en onderbouwing van tramprojecten door De Lijn” van 24 februari 2014, blijkt dat De Lijn bij haar verantwoording voor nieuwe projecten  niet altijd even correct  is te werk gegaan.

ImageProxy.mvc

Daarbij stel ik mij dan de vraag of de beslissing om 11,23 meter langere supertrams in te zetten niet even betwistbaar werd onderbouwd. Het betreft hier een project dat 129 miljoen euro kost, waarbij talrijke perrons moeten worden verlengd waardoor 380 reizigers tegelijk zullen kunnen worden vervoerd. Echte inspraak over dit monsterproject werd  niet georganiseerd.

Serie 1 nr. 224 Panorama II

Serie 1 nr. 224 Panorama II

Voor deze postkaart, verstuurd in 1903,  is de fotograaf van Albert Sugg  blijkbaar tot in het topje van de uitkijktoren van de  brandweerkazerne geklommen. We zien over de daken van het Augustijnenklooster.
Die brandweerkazerne werd ca 1892 met twee vierkante torens van  21 m hoog gebouwd en werd in 1898 verhoogd met een ijzeren constructie (uitkijktoren?) van 10 m hoog. In totaal dus nu 31 m hoog.  Daar is nu het fietsendepot in ondergebracht. Buiten de klassieke torenrij  kan je nu ook het nog ongerestaureerde donjon of slottoren van het Gravenkasteel ontdekken van waarop de Suggfotograaf zijn panoramische foto’s nam. Vind je het ?

wholesale snapback caps224 nieuw

Onze fotograaf van dienst,wholesale snapback hats
Jos Tavernier, heeft dus zijn leven geriskeerd om deze foto te nemen. Ik hoop dat u het hem niet kwalijk neemt dat hij niet tot op het topje van onderstaande toren is durven klimmen. Er zijn grenzen aan zijn engagement.

224 uitkijktoren

Over de plannen met die oude brandweerkazerne zie: Wonen en cultuur in oude brandweerkazerne en academie.

© 2014 GENTBLOGT VZW

6 reacties »

  1. Reactie van Ivan Deboom

    Inspraak verwachten van De Lijn??
    Maar dat is grappig. De Lijn staat immers boven de politiek, zelfs onze schepen van mobiliteit krijgt geen inspraak.

    De Lijn is aantoonbaar zelfgenoegzaam en arrogant. Uit alle acties van De Lijn blijkt een onvoorstelbare minachting voor elke weggebruiker die niet het openbaar vervoer gebruikt, laat staan dat ze zich met stadsruimte of erfgoed zouden bezighouden.

  2. Reactie van Steven

    “Op de recente foto van Jos Tavernier zien we een PCC-tram op weg naar de Burgstraat.” Zo te zien komt de PCC-tram van de Burgstraat en rijdt richting Korenmarkt.

  3. Reactie van Stan

    Als je ziet wat voor een lelijke reclame, parasols, spandoeken, lichtbakken en decadente brol er nu allemaal niet door de horeca en handel aan beschermde (!) gevels wordt gehangen dan was dat oude reglement van de conventiegevels op Veerleplein, waarbij eigenaars niet het recht hadden een uithangbord of een voorwerp aan de gevel op te hangen zonder toestemming van het college van burgemeester Braun en zijn schepenen, helemaal nog zo slecht niet.

  4. Reactie van Jean Marie De Wulf

    Een twintigtal jaar geleden hadden we met Comité Leefmilieu de Lieve bij de heraanleg en verkeersvrij maken van het Sint-Veerleplein voorgesteld om het plein te versieren met middelgrote bomen. Die konden dienen als parasols, maar ook als versiering. Dit werd afgeketst door een van de stadsarchitecten met de woorden dat daar nooit bomen gestaan hebben en dat dit een typisch stadsplein is en andere clichés. Nu is alles veel “mooier” met die verschillende “versiersels”, en reclames.

  5. Reactie van jos tavernier

    Voor de brand van 1872 stonden er enkel mannen op het front van de Vismijn, na de brand heeft 1 man plaats moeten ruimen voor een mooi vrouwelijk exemplaar.Gender problematiek is blijkbaar van alle tijden ;-)