Onderwijs
Hoewel onderwijs vooral een Vlaamse aangelegenheid is, heeft het stadsbestuur toch een zekere invloed. Eerst en vooral via het stedelijk onderwijs, maar ook in netoverkoepelende initiatieven en de ondersteuning van samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven en culturele, sociale, jeugd- en buurtverenigingen.
Gelijke onderwijskansen
Het Gelijke Onderwijskansendecreet (GOK) is een Vlaams decreet dat extra middelen (GOK-uren) voorziet voor scholen met kinderen die kansen ontbreken. Een kleine 40% van de Gentse kinderen behoren tot deze groep. Over de manier waarop de stad de verschillen in kansen tussen leerlingen kan verbeteren wordt dus door alle partijen gesproken.
Twee partijen spreken expliciet over GOK.
SP.A-spirit wil scholen van het secundair onderwijs met veel GOK-leerlingen extra ondersteunen.
Vlaams Belang stelt in zijn verkiezingsprogramma voor heel Vlaanderen dat het decreet moet worden afgeschaft aangezien het niet politiek neutraal is: In afwachting moeten steden en gemeenten nauwkeurig toezicht houden op een correcte opstelling van het gemeenteonderwijs, dus gericht op een meerwaarde in het lokale onderwijslandschap.
Verder vermeldt het Vlaams Belang nog dat er veel geld geïnvesteerd wordt in de integratie van immigranten.
In vele van de volgende onderwerpen komt het bekomen van gelijke onderwijskansen aan bod.
Taalproblemen
Een goede kennis van het (algemeen) Nederlands is een vereiste om goed onderwijs te kunnen volgen. De taal niet kennen is een hypotheek op de ontwikkeling en het beroepsleven.
Enerzijds stelt SP.A-spirit dat men een tweede taal gemakkelijker leert als de moedertaal beter beheerst wordt. Als de ouders Turks spreken is het dus beter dat het kind eerst degelijk Turks spreekt om zo een basis te hebben om het Nederlands te leren. Anderzijds stellen ze dat het Nederlands zo snel mogelijk moet aangeleerd worden.
Ook Groen! heeft deze mening:
Voor Groen! is het nodig, dat de stad Gent een aantal experimenten opzet, om via een verbetering en een versterking van de moedertaal bij allochtone kinderen, een versterking van de basisvaardigheden te bekomen.
VLD wil dan weer dat leerlingen vanaf de kleuterschool verplicht les krijgen in het Nederlands, en dus zeker niet in een vreemde moedertaal. Vlaams Belang wil daarbij nog acties om de ouders te overtuigen thuis Nederlands te spreken, net als NVA die ook nog een verplicht taalbadjaar wil invoeren voor anderstaligen.
CD&V houdt het bij ‘alle mogelijke middelen inzetten om kinderen goed Nederlands te leren’ zonder zich uit te spreken over de moedertaaldiscussie.
Participatie
Eén van de vernieuwingen in het onderwijs die duidelijk is doorgedrongen tot de Gentse politiek is de ‘brede school’. Zowel Groen!, SP.A-spirit als CD&V zijn voorstander van dit concept.
SP.A-spirit verwoordt het zo:
In een brede school krijgen jongeren de kans om dingen te doen, te beleven en te leren waarvoor er in de klas of thuis geen tijd of ruimte is. […]
Sp.a-spirit wil dat het schoolgebouw een ontmoetingsruimte wordt, een activiteitencentrale, een open huis in de buurt. Het verankert de school in de wijk, in de maatschappij, in de wereld.
Het methodeonderwijs (vooral Freinet in Gent) is deze filosofie genegen. Ook VLD wil het methodeonderwijs verder uitbouwen.
Vooral Groen! hecht veel belang aan de participatie van de ouders en leerlingen in de school. Om de drempel naar de school te verlagen voor ouders zijn er brugfiguren. Volgens Groen! en SP.A-spirit moeten er veel meer brugfiguren komen. Groen! wil ook nog dat het schoolopbouwwerk terug opgestart wordt.
Spijbelen en leerlingenuitval
In het secundair onderwijs haken veel leerlingen af. Dit vormt een groot probleem.
CD&V stelt dat bij het spijbelprobleem vooral de oorzaken moeten aangepakt worden. Groen! wil het spijbelprobleem integraal aanpakken, net als het uitvalfenomeen. Leerlingen met een risico op uitvallen moeten persoonlijk begeleid worden.
Ook SP.A-spirit plaatst het sanctioneren pas op de tweede plaats. Zij zien hun heil in het opwaarderen van het technisch en beroepsonderwijs. Zo maken minder kinderen de fout om in het ASO te starten en dan in een watervalsysteem terecht te komen. Het technisch onderwijs moet beter aansluiten bij het beroepsleven om zo aantrekkelijker te worden. Ook NVA wil het technisch onderwijs promoten.
CD&V wil daarom ook de KMO’s sensibiliseren om meer stageplaatsen aan te bieden aan GOK-leerlingen. Bij hen is de uitval het hoogst.
VLD wil vooral de infrastructuur van de technische scholen verbeteren en ateliers oprichten.
Aansluiten bij het bedrijfsleven
Zowel VLD als CD&V ijveren voor een kwaliteitsvol onderwijs dat sterk gericht is op de behoeften van de ondernemingen en de industrie. Bij CD&V wordt dit expliciet gericht op de regionale arbeidsmarktbehoeften: Waar nodig moet de stad zelf initiatief nemen om deze onderwijs- en opleidingsbehoeften in te vullen.
Hoger onderwijs
SP.A-spirit vindt het belangrijk om de sfeer tussen bewoners en studenten optimaal te houden. Overleg en bemiddeling zijn daar de grote woorden.
VLD wil dit structureel uitwerken door het versterken van de studentenambtenaar en de schepen bevoegd voor studentenzaken. NVA wil zelfs een aparte schepen voor studentenaangelegenheden aanstellen.
Volgens VLD moet de kennisnijverheid de ruggengraat van de Gentse economie worden: [De Gentse VLD] wil voluit gebruik maken van de aanwezigheid van een universiteit en hogescholen met meer dan 50 000 studenten om Gent uit te bouwen tot kennispool en speerpuntstad in de ontwikkeling van de kenniseconomie
Varia
Elke partij heeft wel enkele punten die buiten de besproken thema’s vallen.
Zo heeft Groen! uiteraard een aantal krachtlijnen in verband met het milieu. Deze richten zich op het integreren van milieuzorg in de scholen, projecten rond afvalbeheer, het gebruiken van groene energie en bioproducten en het weren van schadelijke stoffen.
NVA wil de uren bewegingsopvoeding opkrikken.
CD&V wil een netoverschrijdend overleg over de drugsproblematiek aanmoedigen en vindt dat er meer vorming moet komen over het gebruik en de gevaren van nieuwe media.
Over een aantal punten bestaat er een opmerkelijke consensus.
Het onderwijs moet kosteloos worden, maar geen enkele partij stelt concreet voor hoe dat moet gebeuren en wat de definitie van ‘kosteloos’ precies is.
De infrastructuur van de scholen moet nog verbeterd worden.
PvdA, LSP, MRV en Solida hebben (nog) geen programmapunten in verband met onderwijs.
© 2006 GENTBLOGT VZW
“Het GOK afschaffen”?
*kijkt geschokt*
Het GOK is één van de eerste projecten ivm. extra zorg-uren dat niet enkel focust op etniciteit en leerlingen van allochtone afkomst (wat in de voorgaande tijdelijke projecten vaak zo was) maar op een hele hoop indicatoren die het risico op kansarmoede versterken in kaart brengen (bijvoorbeeld opleidingsniveau van de moeder, éénoudergezinnen,…) Er is nog schaafwerk aan de indicatoren, maar er wordt nu een structureel zorgbeleid gevoerd op de scholen die dat nodig hebben. Hoe kan iemand daar nu tegen zijn?
Ik zou graag een project zien waarbij men kinderen die vaak ziek zijn, of leerproblemen hebben omdat de ouders hen niet kunnen helpen of omdat ze zelf de taal niet voldoende beheersen minstens enkele namiddagen vrij geeft om in een aangepast kader les te volgen.
Als men die kinderen enkel en alleen maar les geeft in hun eigen taal dan zullen ze zich wellicht steeds moeilijker integreren. Dat is wellicht niet de bedoeling. Als je ze echter in hun moedertaal leert om bij te benen in hun gewone schoolomgeving redden ze het wellicht wel.
Ik vraag me bovendien af of het wel verstandig is om kinderen eerst een volledig schooljaar de klas in te sturen om dan in januari of juni tot de constatatie te komen dat de situatie hopeloos is. Vooral als je het probleem bij de inschrijving al ziet aankomen. Een leerplan dat op maandelijkse cyclussen steunt zorgt dat elk kind, autochtoon of allochtoon, tijdig bijgewerkt wordt. Zonder dat het opvalt zal het kind een maand of wat achterop hinken en misschien wel terug bijbenen.
Ik vind het toch erg dat die partijen zomaar allerlei experimenten willen uitvoeren op onze kinderen, zonder dat ze ook maar iets weten van pedagogisch onderzoek. In laboratoria mag men op die manier niet eens experimenteren op muizen, stad Gent wil blijkbaar zo experimenteren op kinderen.
Bij mijn weten is er geen enkel onderzoek waaruit blijkt dat kinderen hun leerachterstand inhalen als je ze eerst nog eens intensief Turks laat volgen. Ja, er bestaan studies bij kinderen uit elitaire gezinnen (diplomatenkinderen en zo), en voor hen is tweetalige opvoeding een zegen. Maar voor “gewone” kinderen? Ik betwijfel het. In elk geval moeten lokale politieke partijen hierover niet beginnen experimenteren. Dat ze gewoon kijken naar de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. En dat wijst uit dat veel allochtone kinderen een leerachterstand hebben in het Nederlands. Als simpele pedagoog denk ik dan: “goed, laten we hen extra Nederlands geven”. Kan iemand mij uitleggen waarom hun Nederlands beter wordt door ze Turks te onderwijzen?
Onder andere het “taalinstinct” van Steven Pinker verduidelijkt dit…
(http://www.amazon.com/Language-Instinct-Creates-Perennial-Classics/dp/0060958332/sr=8-3/qid=1158065034/ref=pd_bbs_3/103-1529602-7230221?ie=UTF8&s=books)
Het Turks dat in Gent gesproken wordt door zowel de eerste, tweede als derde generatie is vaak nauwelijks nog Turks te noemen. Een groot deel van de mensen die we naar België haalden in de jaren 60 en 70 waren analfabeet en brachten enkel hun dialect met beperkte woordenschat mee. En daar bouwden de volgende generaties op voort. Dit is de belangrijkste oorzaak van het zwakke taalgevoel en slechte Nederlands. Voor wie in de praktijk staat is het schrijnend om vast te stellen dat de schoolloopbaan van intelligente jongeren keer op keer moeten stranden op hun slechte taalbeheersing.
Het taalgevoel dat aangescherpt wordt in de moedertaal werkt door in elke andere taal die een kind leert. Het is helemaal niet zo dat de plaats die een taal in het hoofd van een kind inneemt minder ruimte laat voor een andere taal. Integendeel.
Dit zijn niet zomaar ‘experimenten’ al worden ze in de verkiezingscommunicatie zo genoemd. Dergelijke projecten moeten gewoon degelijk opgevolgd worden vanuit academische hoek en de stad Gent beschikt zeker over het personeel en de contacten om met dit soort ‘experimenten’ niet lichtzinnig om te gaan.
De theorie van Pinker is natuurlijk wel tamelijk omstreden. Is dit voldoende basis voor een dergelijk experiment? Als je kijkt naar de studies van Charles Glenn (Boston University), dan is die eerder twijfelend over het nut van deze experimenten: “it seems to me ultimately inconclusive as a basis for policy decisions. Some bilingual programs, under experimental conditions, are undoubtedly effective, as are some “structured immersion” programs. My own reading of the research (including that conducted in Sweden and other countries) leads me to agree with the 1997 National Research Council report chaired by Professor Hakuta, that “We do not yet know whether there will be long-term advantages or disadvantages to initial literacy instruction in the primary language versus English, given a very high-quality program of known effectiveness in both cases” (page 179). Research does not prove that the only responsible approach is to teach limited-English-proficient (LEP) children primarily through their home language for a number of years, or that this is essential to their academic and vocational success.”
Ik ben het helemaal eens met Vero: onze maatschappij zou veel meer moeten doen om kansen te bieden aan intelligente allochtone kinderen. Alleen weet ik zo niet of we wel de juiste methode hebben. Ten slotte zullen ze toch hun secundair in het Nederlands moeten doen, niet in het Turks. Overigens: Turks en Nederlands delen dan nog hetzelfde alfabet (maar niet dezelfde grammatica!). Verwacht Pinker ook hetzelfde effect voor Arabisch en Nederlands? Of Pools, Roemeens, Afghaans, enzovoort?
De jongeren die ik goed weet scoren op Nederlands zijn die die thuis werden grootgebracht met Algemeen ‘Beschaafd’ Turks. De inspanningen die de anderen moeten leveren om hetzelfde niveau te halen zijn gigantisch en leiden bij velen tot grote frustraties en een gevoel van miskenning.
Soit, deze problematiek kan niet genoeg aandacht krijgen. De enige degelijke weg naar emancipatie, zowel voor jongens als meisjes, met garanties op goed samenleven loopt langs het onderwijs. De grote discrepantie tussen de degelijkheid van ons Vlaams onderwijssysteem en de grote uitval van de allochtone jongeren is echter beschamend. De OESO-rapporten liegen er niet om. Vlaanderen scoort het slechts WERELDWIJD…(http://www.klasse.be/archieven/archieven.taf?actie=detail&verkorteurl=kvl/166/10&k=l )
Apartheidssystemen in het lager onderwijs (A-klassen voor de Belgen, B-klassen voor allochtonen, ongeacht hun mogelijkheden) waren tot voor kort een reële praktijk en hebben grote groepen Gentse jongeren in een verdomhoekje geduwd.
Elke partij die beseft dat er in het belang van iedereen ernstig geïnvesteerd moet worden in het wegwerken van deze discrepantie en daarbij niet dogmatisch vasthoudt aan niet gefundeerde fetish-standpunten omtrent taalonderwijs, krijgt vol overtuiging mijn steun.
taal, taalbad enz… Ik vind het toch bedroevend dat jonge Belgische kinderen van Turkse origine niet eens de kans krijgen / nemen om simpelweg naar Ketnet of ‘kweeniewat te zien.
Da’s al een kans tot woordenschat-verruiming. Geen enkel probleem met een schotelantenne maar laat ze ook es verder (dichter) kijken.
En dat is ook een ouder-taak (zie oa humo met interview van “slimste Belg/Turk uit limburg – naam ontsnapt me.)
Zelf meegemaakt; meisje van Slovaakse origine sprak na amper 2 jaar quasi perfect Nederlands – 20x beter dan allochtone medeleerlingen die sinds de kleuterklas school liepen.
ik bezondig mij er ook wel aan. Die ene roker van 104 bevoorbeeld, geeft me een bruikbaar argument om mijn verslaving te verantwoorden… Of het correct is, dat is wat anders.
Ik ken ook wel Roma-kinderen die het een stuk beter doen dan doorsnee Turkse kinderen. Voor een stuk verklaarbaar door een andere migratiegeschiedenis en een zeer kleine Roma-gemeenschap hier in Gent. Wat de noodzaak om een andere taal te leren wel vergroot.
Neemt niet weg dat de grote wetenschappelijke onderzoeken in de richting van structurele oorzaken wijzen. En dan kom ik toch niet ver met mijn 104-jarige roker…
Heel wat allochtonen houden nog te vaak hun peuters en kleuters thuis i.p.v. ze naar school te brengen. Nu ja, ze worden wel ingeschreven in een of andere school, doch ze gaan zo onregelmatig! Hier hebben we een opdracht voor de buurthuizen, Kind en Welzijn, … Deze diensten werken intern wel zeer degelijk, maar er is teweinig cohesie onder elkaar. Mochten deze diensten de jonge allochtone ouders aanzetten om hun kind zo snel mogelijk de kleuterschool te doen volgen en dit op regelmatige basis, dan zouden reeds heel wat van de taalachterstanden ondervangen worden.
Ik denk dat het weinig zin heeft de schuld op ouders, of televisie of wat dan ook te schuiven… Zo lossen we het probleem niet op. Wat we wel kunnen doen is via het onderwijs te proberen tot een succesvolle integratie van deze groep te komen.
Ik ben het eens met Vero dat dit een belangrijk probleem is. De vraag is alleen hoe dit moet. In de klas van mijn zoontje zitten Slovaken, Syriërs, Afghanen, Turken, Marrokanen, Italianen, en ik denk nu ook nog iemand uit Wit-Rusland. Het eenvoudigste lijkt me ervoor te zorgen dat al die kinderen zo vlug mogelijk goed Nederlands leren. Dat mag een extra-inspanning, of extra leerkrachten kosten.
Over pedagogische en didactische methodes kan je van mening verschillen. Sommige oorzaken van achterstand zijn echter zo onwaarschijnlijk extreem dat de vraag ‘hoe dit moet’ niet eens gesteld moet worden…
Ik ken een lagere school in een Gentse wijk waar één Belgisch kindje zit. Een school uit het vrije net. Katholiek dus. Het net dat zijn hoge kwaliteitsnormen als verkoopsargument gebruikt.
Alle andere kinderen die er zitten zijn ‘klassieke’ migrantenkinderen, maar vooral nieuwkomers. Die zich meteen thuis voelen in de school. Niet alleen omwille van het grote engagement van de leerkrachten, maar vooral omwille van de vervallen accomodatie die in niets verschilt van een doorsnee Tjetjeense school. Onwaarschijnlijk met hoe weinig middelen deze school het moet rooien. Het grote engagement van de leerkrachten, directie en brugfiguren is even opvallend als de erbarmelijke bouwfysische staat van het schoolgebouw en de desolate sfeer van de speelplaats. Gelukkig.
De Belgische iets mondiger ouders zouden dit nooit accepteren, maar zien dit niet want zitten in een Stedelijk Freinetschooltje. Alle stappen naar verandering moeten van het personeel zelf komen.
Een kleine herverdeling van middelen tussen de chique colleges en dit soort schooltjes zou echter volstaan om ook nieuwkomers de waardigheid te geven die elk kind verdient. Simpel.
Inderdaad, volmondig mee eens. Misschien eens kijken naar Frankrijk (niet altijd een succes, maar kom). De ZEP (zone d’education prioritaire) betekent er dat scholen in “moeilijke” wijken méér subsidies krijgen per leerling dan de rijke scholen. Dit lijkt me een verantwoorde investering. Waarom ijveren de politieke partijen niet voor een dergelijke investeringsprogramma?